"Wil je me volgen?" vroeg Henriëtta met een glimlach na het eten aan Fiona. "Ik heb een verrassing voor je."
Fiona keek even met een vragende blik naar Andreii, die zijn schouders ophaalde en haar een bemoedigende glimlach schonk. Zijn blik leek te zeggen: Laat je verrassen, het is vast iets bijzonders.
Fiona richtte haar aandacht weer op Henriëtta en glimlachte terug. "Ik ben erg nieuwsgierig naar de verrassing die je voor me hebt, Henriëtta," zei ze zacht, terwijl ze opstond.
Henriëtta knikte tevreden en wenkte haar om haar te volgen. "Kom, het is niet ver," zei ze geheimzinnig.
Samen liepen ze door de lange gangen van het paleis, die verlicht werden door zachte gloed van kroonluchters en kaarsen. Fiona voelde haar hart sneller kloppen, nieuwsgierig naar wat Henriëtta voor haar in petto had. Uiteindelijk stopte Henriëtta bij een smalle deur aan het einde van een gang. Ze opende deze met een sleutel die ze uit haar zak haalde en gebaarde Fiona om naar binnen te stappen.
Fiona keek verbaasd naar de ruimte die voor haar opdoemde. Het was een kleine, intieme kamer met muren vol boeken. In het midden stond een sierlijk bureau met een uitnodigende stoel ervoor. Op het bureau lag een prachtig gebonden boek, met een omslag die schitterde in het kaarslicht. Henriëtta liep naar het boek toe en legde er haar hand op.
"Dit," zei ze met een warme glimlach, "is een origineel manuscript van het allereerste boek dat ooit over mijn leven werd geschreven. Ik weet hoeveel je van de boeken houdt, Fiona. En ik wilde je dit laten zien omdat jij me doet denken aan de jongere versie van mezelf, toen ik nog niet wist waartoe het leven me zou brengen."
Fiona voelde een brok in haar keel terwijl ze naar het boek staarde. Haar handen trilden lichtjes toen ze ernaar reikte, met een gevoel van ontzag. "Henriëtta... Dit is ongelofelijk," fluisterde ze. "Dat je dit met mij wilt delen..."
Henriëtta glimlachte zacht. "Jij inspireert me, Fiona en ik ben ervan overtuigd dat je ook de schrijfster inspireert. Net zoals ik hoop dat mijn verhaal jou inspireert."
Fiona legde haar hand voorzichtig op het eeuwenoude manuscript, alsof ze bang was het te beschadigen. Het voelde bijna magisch aan. Een aantal bladzijden waren losgekomen, maar het boek leek volledig en straalde een bijzondere energie uit. Haar blik gleed door de ruimte en bleef hangen bij acht ingelijste documenten die aan de muren hingen. Toen ze dichterbij kwam, zag ze dat het originele brieven waren—brieven van de schrijfster zelf.
Fiona voelde een mengeling van ontzag en nieuwsgierigheid. Haar aandacht werd echter getrokken door het schilderij dat boven de open haard hing, waarin een behaaglijk vuur brandde. Het portret toonde een vrouw met een mysterieuze uitstraling, haar ogen leken recht door Fiona heen te kijken.
"Wie is dat?" vroeg Fiona zacht, haar stem gevuld met verwondering.
Henriëtta, die haar stil had geobserveerd, stapte naast haar en glimlachte. "Dat," zei ze, "is Johanna, de schrijfster. Nadat we ontdekt hadden hoe ze er waarschijnlijk uitzag, hebben we dit portret laten maken. We wilden haar op een manier eren die past bij haar betekenis voor ons leven."
Fiona knikte langzaam, haar blik nog steeds op het portret gericht. "Ze straalt een zeker mysterie uit," zei ze, haar stem bijna een fluistering.
Henriëtta glimlachte instemmend. "Dat doet ze zeker. En dat past ook bij haar. Zelfs nu, eeuwen later, blijft ze ons verrassen en inspireren." Ze legde een hand op Fiona’s schouder en keek haar aan. "Ik denk dat zij zich vereerd zou voelen om te weten dat iemand zoals jij haar woorden en haar wereld zo diep koestert."
Fiona voelde een warme gloed van trots en dankbaarheid door zich heen stromen. Het moment was sereen en betekenisvol, alsof ze deel was geworden van iets groters, iets tijdloos.
"Ik denk dat ze dat wel weet," zei Fiona zacht, haar ogen nog steeds gericht op het portret van Johanna. "De kans dat er een tiende boek bestaat dat over het leven van Andreii gaat, is bijzonder groot. Wat zeg ik? Het is bijna een zekerheid. En in een boek over Andreii zal ik vast niet ontbreken." Haar stem klonk zelfverzekerd, maar er zat ook een vleugje verwondering in, alsof ze zichzelf nog steeds probeerde te begrijpen.
Henriëtta glimlachte warm en legde haar hand geruststellend op Fiona's arm. "Dat denk ik ook niet, meisje," zei ze zacht. "De schrijfster had een gave om mensen en hun verhalen perfect in kaart te brengen. Als zij jouw aanwezigheid in Andreii's leven als belangrijk zag, dan weet ik zeker dat je een plek in dat tiende boek hebt."
Fiona voelde een mengeling van vreugde en nervositeit. Het idee dat haar verhaal verweven was met dat van Andreii, en misschien zelfs met dat van de hele koninklijke familie, gaf haar een diep gevoel van verbondenheid. Ze keek naar Henriëtta en glimlachte terug. "Ik ben blij dat u dat denkt," zei ze, haar stem iets zachter. "Het betekent veel voor me."
Henriëtta kneep zachtjes in haar arm. "En ik ben blij dat jij er bent, Fiona. Voor Andreii, maar ook voor ons. Jij brengt iets bijzonders in ons leven, en dat is iets wat we koesteren."
"Ik kon het niet nalaten op te merken dat jij en Andreii..." Henriëtta zweeg even, alsof ze haar woorden zorgvuldig wilde kiezen. Haar blik rustte zacht op Fiona. "...een bijzonder moment beleefd hebben. Klopt mijn indruk, of heb ik het me alleen maar ingebeeld?"
Fiona voelde hoe haar wangen warm werden en sloeg even haar ogen neer. "Ik..." begon ze aarzelend, maar ze wist niet meteen wat ze moest zeggen.
Henriëtta glimlachte geruststellend en ging verder. "Andreii is een gevoelige jongen," zei ze zacht. "Hij is net zo verlegen als ik was op zijn leeftijd. Dat is geen makkelijke eigenschap, zeker niet in de positie waarin hij zich bevindt. Ik maakte me grote zorgen om hem, vooral toen hij in Gandurhora zo eenzaam leek. Maar jouw komst heeft die zorgen weggenomen, Fiona, en daarvoor wil ik je bedanken."
Fiona keek op, verbaasd door Henriëtta's woorden. "Echt?" vroeg ze zachtjes.
Henriëtta knikte, haar blik vol moederlijke warmte. "Ik zie dat jullie erg close zijn. Jouw aanwezigheid brengt hem vreugde en geeft hem vertrouwen. En dat is iets wat hij heel hard nodig heeft." Ze kneep bemoedigend in Fiona's hand. "Je hebt een speciale plek in zijn leven, Fiona. Dat is overduidelijk."
Fiona wist niet wat ze moest zeggen. Ze voelde zich geraakt door Henriëtta's woorden, maar ook overweldigd door hun betekenis. Ze glimlachte uiteindelijk dankbaar en zei zachtjes: "Dank u, Henriëtta. Dat betekent veel voor me."
"Jouw zoon betekent ook heel veel voor me," zei Fiona zacht, terwijl ze haar blik naar Henriëtta richtte. "In het begin werd hij gepest. Ze waren erg hard voor hem. Ik had medelijden met hem, maar vanwege zijn titel en status durfde ik hem niet te benaderen." Ze zuchtte even en glimlachte toen flauwtjes. "De komst van Rosalina veranderde alles."
Henriëtta lachte zacht, haar ogen gevuld met genegenheid. "Ja, Rosalina," zei ze. "Ze kan er wat van, nietwaar?" Haar glimlach werd breder. "Die meid heeft een energie en vastberadenheid waar niemand omheen kan. Ik ben blij dat ze zo'n grote rol in jullie leven speelt. Ze weet altijd mensen bij elkaar te brengen."
Fiona knikte. "Zonder haar had ik misschien nooit de moed gehad om Andreii aan te spreken. Ze heeft die muur tussen ons doorbroken." Ze keek even naar het schilderij van Johanna boven de haard en glimlachte. "En nu ben ik hier. Soms voelt het alsof alles precies zo moest gebeuren."
Henriëtta's blik werd warm en peinzend. "Soms is dat inderdaad zo, Fiona," zei ze zacht. "Sommige dingen in het leven lijken misschien toevallig, maar achteraf blijkt vaak dat het allemaal onderdeel is van een groter verhaal." Ze kneep even in Fiona's hand. "En ik heb het gevoel dat jouw rol in ons verhaal nog maar net begonnen is. Ik heb trouwens nog een verrassing voor je," zei Henriëtta, haar ogen glinsterend van opwinding. "Over een week houden we hier een groot en belangrijk feest om het nieuwe jaar in te luiden. Je moet natuurlijk stralen, en daarom wil ik samen met jou een prachtige jurk uitkiezen. Wat denk je daarvan?"
Fiona’s ogen werden groot van verbazing. "Willen jullie echt dat ik op dat feest aanwezig ben?" vroeg ze voorzichtig, bijna ongelovig.
Henriëtta glimlachte en knikte. "Natuurlijk, Fiona. Je bent nu een deel van de familie geworden." Haar toon was warm, maar haar blik veranderde even in een speelse nieuwsgierigheid. "Of heb ik me daarin vergist?"
Fiona bloosde en schudde haastig haar hoofd. "Nee, helemaal niet," zei ze zacht. "Ik... ik ben vereerd. Het voelt bijna als een droom."
Henriëtta kneep bemoedigend in haar hand. "Dan is het beslist. Morgen trekken we eropuit om die perfecte jurk te vinden. Ik wil dat je je speciaal voelt, want dat ben je."
Fiona glimlachte verlegen en knikte, een warme gloed van geluk verspreidde zich in haar borst. "Dank u, Henriëtta. Ik weet niet wat ik moet zeggen."
"Zeg gewoon dat je zin hebt om te schitteren," grapte Henriëtta, haar ogen twinkelend. "Want dat zal je, Fiona. Daar twijfel ik niet aan."
Terwijl Henriëtta en Fiona weg waren, had Elicia haar kans schoon gezien om haar broer eens goed te plagen. Ze leunde tegen de deurpost van zijn kamer en keek hem met een brede grijns aan.
"Je bent wel erg stil geweest tijdens de lunch," begon ze met een speelse toon. "Alsof je bang was iets verkeerd te zeggen."
Andreii wierp haar een waarschuwende blik toe. "Elicia..." begon hij, maar ze was al niet meer te stoppen.
"En Fiona," ging ze verder, negerend hoe haar broer zijn hoofd schudde. "Ze was ook stil. Héél stil. Net alsof jullie samen een geheim hebben dat niemand anders mag weten." Ze gaf hem een plagende por in zijn zij. "Of zie ik dat verkeerd, grote broer?"
Andreii zuchtte diep, maar kon een kleine glimlach niet onderdrukken. "We hebben gewoon een gesprek gehad, meer niet," zei hij uiteindelijk, maar zijn licht blozende wangen verrieden hem.
Elicia’s grijns werd alleen maar breder. "Een gesprek, zeg je? Hmm, ik wed dat het een heel speciaal gesprek was." Ze lachte toen Andreii haar een kussen naar het hoofd gooide. "Oké, oké, ik zal ophouden!" riep ze lachend, terwijl ze haar handen in de lucht stak. "Maar weet je, Andreii, als je haar echt zo leuk vindt, dan moet je er gewoon voor gaan. Ze is lief, slim en mama en papa zijn duidelijk dol op haar. Wat houd je tegen?"
Andreii keek haar even stil aan, overwegend "Oké, oké," zei Andreii met een zucht, terwijl hij zijn handen in de lucht stak. "We hebben elkaar gekust. Eén keer. Is dat dan zo erg?"
Elicia keek hem met twinkelende ogen aan en grijnsde breed. "Helemaal niet, broertje. Maar je moet me toestaan om dit amusant te vinden. Het is het enige pleziertje dat ik hier heb." Ze gaf hem een speelse tik op zijn arm.
Andreii haalde zijn schouders op en probeerde nonchalant te klinken. "Concentreer jij je maar op je schoolwerk. Eens je naar Gandurhora gaat, zal je onze naam eer moeten aandoen."
Elicia trok een gezicht, maar haar ogen kregen een dromerige glans. "Zou ik daar ook verliefd worden, net als jij? En net als mama en papa?"
Andreii keek haar met een kleine glimlach aan. "Dat zou zomaar kunnen. Maar laten we hopen dat het niet zo ingewikkeld wordt als bij mama en papa. Of... zoals bij mij." Zijn stem klonk zachter bij die laatste woorden.
Elicia lachte en gaf hem een speelse por. "Nou, ik hoop in elk geval dat ik ook een alihoornrit krijg aangeboden. Dat lijkt me een perfecte date!"
Andreii lachte zachtjes. "Zorg eerst maar dat je daar komt, kleine zus. En wie weet, misschien vind je wel iemand die je bij kan houden." Hij gaf haar een plagende blik en stond toen op. "Maar nu genoeg gepraat. Ga jij maar eens leren, want anders wordt je nooit toegelaten op Gandurhora."
Elicia stak haar tong naar hem uit en grinnikte. "Jaja, ik ga al. Maar één ding, grote broer..." Ze draaide zich naar hem om en glimlachte speels. "Ik ben heel blij voor je. Echt."
Andreii keek haar even aan, zijn glimlach iets zachter. "Dank je, Elicia."
Elicia knipoogde en grijnsde breed. "Geen probleem, grote broer. Als je maar weet dat ik je altijd zal steunen... en altijd zal plagen."
Na deze woorden draaide Elicia zich om en liep naar haar eigen kamer, haar vrolijke gefluit echoënd in de gang. Andreii bleef een moment staan, haar woorden nog in zijn hoofd, voordat hij zich ook omdraaide en zijn kamer binnenging. Hij liet zich op zijn bed vallen en staarde naar het plafond, een tevreden glimlach op zijn gezicht.
Zijn gedachten dwaalden terug naar de momenten met Fiona. Hij voelde opnieuw de warmte van haar aanwezigheid en de zachtheid van haar lippen op de zijne. Het was de eerste keer geweest dat hij een meisje had gekust, maar op de een of andere manier had hij instinctief precies geweten wat hij moest doen. Het voelde alsof alles op zijn plaats viel, alsof het het meest natuurlijke ter wereld was.
En het was zalig geweest.
Zijn hart klopte sneller toen hij aan haar glimlach dacht, aan de manier waarop ze hem had aangekeken, met die zachte, warme blik vol tederheid en een vleugje onzekerheid. Hij wist dat dit moment hem altijd bij zou blijven, als een eerste stap in een avontuur dat hij niet eerder had durven dromen.
Hij zuchtte tevreden en sloot zijn ogen. Voor het eerst in lange tijd voelde hij zich compleet.
Een aarzelend geklop op zijn kamerdeur trok Andreii uit zijn mijmeringen. Hij stond snel op en deed de deur open. Tot zijn verrassing zag hij Fiona voor zich staan. Ze keek hem een beetje onzeker aan, haar handen gevouwen voor haar.
"Je moeder wil straks met me gaan winkelen," begon ze zachtjes. "Ze wil een jurk voor me zoeken die ik kan dragen op het feest volgende week." Ze keek hem even aan, alsof ze twijfelde of ze haar volgende vraag wel moest stellen. "Heb je zin om mee te gaan?"
Andreii hoefde geen moment na te denken. Hij knikte onmiddellijk, zijn blauwe ogen glanzend. "Natuurlijk," zei hij. "Ik wil alles doen, als ik maar bij jou kan zijn."
Fiona bloosde lichtjes bij zijn woorden en glimlachte verlegen. "Dat is fijn. Ik ben best een beetje nerveus," gaf ze toe.
"Dat hoeft echt niet," zei Andreii geruststellend. "Mama is geweldig in het vinden van de perfecte dingen. En ik... ik ben er om je gezelschap te houden."
Ze glimlachte warmer en ontspande zichtbaar. "Dank je, Andreii," zei ze zacht. "Het betekent veel voor me."
Andreii voelde een warmte door zich heen stromen en glimlachte terug. "Laten we samen gaan," zei hij, terwijl hij zijn hand uitnodigend naar haar uitstak. Fiona aarzelde even, maar legde toen haar hand in de zijne. Samen liepen ze de gang in, het gevoel van een nieuw avontuur in de lucht.