Isabella Wainwright overhandigde Montgomery Campbell, een lakei van het paleis een enveloppe met geld.
"Heb je het pakje bij?" vroeg ze.
"Ja, natuurlijk. Ik houd me altijd aan mijn woord."
Isabella rolde met haar ogen. "Kom op, geef het me dan." commandeerde ze hem.
"Wacht, eerst wil ik het geld natellen."
Isabella zuchtte. "Kan je voortmaken? Ik heb niet veel tijd. Als iemand me hier met je ziet praten..."
"Het risico is even groot voor mij als het voor jou is." zei hij. Hij opende de enveloppe en telde het geld na. "Het was aangenaam zaken met je te doen." zei hij tevreden. Hij overhandigde haar het pakket.
Isabella bekeek het nieuwsgierig en verdween toen in het nachtelijke duister.
Isabella trok zich terug naar een afgelegen hoek van het paleispark, waar het maanlicht nauwelijks door de dichte bomen heen kon dringen. Ze voelde de spanning van haar daad in elke vezel van haar lichaam, maar haar nieuwsgierigheid won het van haar zenuwen. Ze opende het pakket en haalde het dagboek van Ektor Oskuld tevoorschijn. Het voelde oud en kostbaar aan in haar handen, en een triomfantelijke glimlach verscheen op haar gezicht.
"Nu begrijp ik waarom hij er zo aan gehecht was," mompelde ze. Ze sloeg voorzichtig de eerste pagina om en zag de sierlijke, handgeschreven woorden. Haar hart klopte sneller.
"Wat voor geheimen verberg je, kroonprinsje?" fluisterde ze met een spottende ondertoon.
Ze bladerde verder, maar het ingewikkelde handschrift en de verwijzingen naar onbekende namen en plaatsen maakten haar gefrustreerd. Dit was duidelijk niet zomaar een dagboek; het bevatte meer dan ze had verwacht. Ze voelde zich plotseling klein in de aanwezigheid van deze woorden, alsof ze iets had aangeraakt dat niet voor haar bedoeld was.
"Wat is hier zo belangrijk aan dat je het nooit uit het oog verliest?" vroeg ze zich hardop af. Haar nieuwsgierigheid vermengde zich nu met jaloezie en een duister genoegen. Ze besloot het dagboek voorlopig te bewaren en het verder te bestuderen. Maar eerst moest ze het aan Charles en Jake laten zien. Dat had ze hen beloofd.
Ze sloeg het dagboek dicht en stopte het terug in de verpakking. Dit was slechts het begin, dacht ze. Wat het ook was dat Andreii beschermde, ze zou het ontdekken. En als ze daarmee zijn zelfvertrouwen of zelfs zijn reputatie kon beschadigen, des te beter.
"Mama, papa." zei Andreii in paniek. "Het dagboek van Ektor Oskuld. Het is weg. Ik had het op mijn nachttafeltje gelegd en nu ligt het er niet meer."
"Ben je wel zeker, Andreii? vroeg Henriëtta. “We weten hoe slordig je soms kan zijn. En je loopt dat dagboek overal mee rond te zeulen. Misschien heb je het ergens laten liggen zonder dat je het je herinnert."
"Neen, mama. Ik weet het zeker. Het is weg."
Henriëtta keek haar zoon met een bezorgde blik aan. Ze kende Andreii goed genoeg om te weten dat hij niet zomaar iets kwijtraakte dat zoveel voor hem betekende. "Rustig, jongen," zei ze op zachte toon. "We vinden het wel terug. Misschien heeft iemand het per ongeluk opgeruimd. Ik zal het personeel vragen of ze iets hebben gezien."
Lucas legde een hand op Andreii’s schouder. "Je moeder heeft gelijk. Er is vast een logische verklaring. We zullen iedereen ondervragen die vandaag in het paleis heeft gewerkt."
Andreii schudde zijn hoofd, zijn ogen vol onrust. "Dit is geen misverstand, papa. Ik voel het gewoon. Iemand heeft het gestolen."
Henriëtta trok haar wenkbrauwen op. "Gestolen? Waarom zou iemand dat doen?"
"Ik weet het niet, maar ik voel het. Dit dagboek is te belangrijk. Het is alsof... alsof iemand wist hoe waardevol het voor me is." Andreii’s stem brak, en hij keek hulpeloos naar zijn ouders.
Henriëtta en Lucas wisselden een snelle blik. Lucas knikte subtiel naar zijn vrouw, alsof hij haar onuitgesproken gedachte begreep. "Goed," zei Lucas kalm maar vastberaden. "We nemen dit serieus. We zullen uitzoeken wat er is gebeurd. Maar jij moet proberen rustig te blijven, Andreii. Panikeren helpt niemand."
"Ik kan niet rustig blijven!" riep Andreii, zijn stem overslaand. "Zonder dat dagboek vinden we het tiende boek nooit! Alles hangt hiervan af."
Henriëtta knielde voor haar zoon en pakte zijn handen vast. "Luister naar me, Andreii," zei ze met een geruststellende warmte. "Dit dagboek is belangrijk, dat weten we. Maar jij bent belangrijker. Laat ons dit voor je oplossen. Jij concentreert je op wat goed is voor jou, oké?"
Andreii keek haar aan, zijn ademhaling langzaam bedarend. "Oké, mama," zei hij zacht. Maar diep vanbinnen wist hij dat hij niet zou rusten voordat hij het dagboek terug had.
Livia kwam aarzelend de kamer binnen. Ze had de paniek in Andreii’s stem gehoord.
“Andreii, is er iets?” vroeg ze.
“Het dagboek.” zei Andreii. “Het is weg. Iemand heeft het gestolen.”
Livia sloeg haar hand voor haar mond. “Dat is inderdaad erg ernstig. We zullen je helpen met zoeken, nietwaar Fiona?”
“Natuurlijk.” zei Fiona. Ze legde in een troostend gebaar haar hand op Andreii’s schouder.
Henriëtta glimlachte even, ondanks de situatie, toen ze Fiona’s gebaar zag. "Dat is heel lief van jullie, meisjes," zei ze. "We waarderen jullie hulp."
Andreii keek Fiona dankbaar aan. "Dank je," zei hij zacht.
Livia stapte dichterbij. "Misschien moeten we het paleis grondig doorzoeken," stelde ze voor. "Het is groot, maar als we het verdelen, kunnen we alle kamers afgaan."
Lucas schudde bedachtzaam zijn hoofd. "Ik begrijp je intentie, Livia, maar als iemand het dagboek echt heeft gestolen, dan heeft diegene waarschijnlijk een goede verstopplek gekozen of het zelfs al het paleis uit gesmokkeld."
Andreii voelde een nieuwe golf van paniek in zich opwellen. "Dan vinden we het nooit meer terug..."
"Niet denken aan het ergste, jongen," onderbrak Lucas hem met een kalme, stevige stem. "We zoeken grondig en methodisch. En als iemand het heeft gestolen, zullen we dat te weten komen. Paleizen hebben hun geheimen, maar ze hebben ook hun ogen en oren."
Fiona keek Andreii aan, haar bruine ogen vol vastberadenheid. "We laten je niet alleen in deze zoektocht. Het dagboek is belangrijk, en het betekent veel voor jou. Dat betekent dat het ook veel voor ons betekent."
Livia knikte heftig. "Precies! We lossen dit op, Andreii. Samen."
Henriëtta richtte zich tot het groepje. "Goed, laten we dit verstandig aanpakken. Ik zal een discrete vraagronde starten onder het personeel, en Lucas zal zorgen dat niemand het paleis verlaat zonder toestemming. Ondertussen kunnen jullie in de vertrekken van het paleis zoeken, maar doe het voorzichtig. We willen geen paniek of geruchten veroorzaken."
Andreii knikte zwakjes, maar voelde zich al iets minder overweldigd door hun steun. "Dank jullie wel," zei hij, zijn stem zacht maar oprecht.
"Het komt goed, Andreii," zei Fiona geruststellend. "We vinden het, hoe dan ook."
Isabella belde aan bij het landhuis van Charles' ouders, het dagboek hield ze stevig in haar armen gedrukt.
"Isabella, wat doe je hier?" vroeg hij verveeld.
Isabella keek hem met een vernietigende blik in haar ogen aan. "Ben je vergeten dat ik je beloofd had om dat boek dat ons prinsje altijd met zich meezeult te stelen?"
Charles blik veranderde van verveeld naar geïnteresseerd. "Is het je gelukt?" vroeg hij.
Isabella knikte.
"Kom dan maar binnen. Jake is hier ook."
Isabella stapte met opgeheven hoofd naar binnen, haar houding triomfantelijk. Charles sloot de deur achter haar en keek haar met een mengeling van ongeloof en bewondering aan. "Laat het me zien," zei hij ongeduldig.
Isabella trok het dagboek voorzichtig onder haar mantel vandaan en hield het omhoog. "Hier is het dan," zei ze, een zweem van trots in haar stem.
Jake, die in de woonkamer op de bank zat, keek op toen ze binnenkwamen. Zijn ogen werden groot toen hij het dagboek zag. "Dus je hebt het echt gestolen," zei hij, terwijl hij opstond. "Ik moet toegeven, ik had mijn twijfels, Isabella."
"Dat verbaast me niets," sneerde Isabella. "Jullie twee hebben altijd de praatjes, maar ik ben degene die de actie onderneemt."
Jake haalde zijn schouders op en grinnikte. "En nu? Wat ben je van plan ermee te doen?"
Isabella glimlachte sluw en keek naar het dagboek alsof het een schat was. "Ik wil weten waarom Andreii zo aan dit ding gehecht is. Het is duidelijk meer dan zomaar een boek. Als we weten wat erin staat, kunnen we dat tegen hem gebruiken."
"En hoe ga je dat doen?" vroeg Charles, zijn nieuwsgierigheid gewekt.
Isabella plofte neer op een stoel en legde het dagboek voor zich op de tafel. "We lezen het, natuurlijk. Samen. Wat er ook in staat, we hebben nu iets dat hem volledig van zijn stuk kan brengen."
Jake leunde tegen de muur en keek naar Charles. "Dit kan groot worden," zei hij. "Als dat boek echt geheimen bevat, hebben we goud in handen."
Charles knikte, een sluwe glimlach op zijn gezicht. "Laten we beginnen."
Isabella opende het dagboek voorzichtig en begon te bladeren. "Laten we eens zien wat ons prinsje voor ons verborgen heeft gehouden," zei ze, terwijl haar ogen over de eerste pagina gleden.
De kamer vulde zich met een gespannen stilte terwijl Isabella de eerste pagina's van het dagboek bestudeerde. Haar ogen bewogen snel heen en weer, alsof ze de woorden wilde opslokken. Jake en Charles wachtten ongeduldig, hun nieuwsgierigheid haast ondraaglijk.
"Nou?" drong Charles aan. "Wat staat erin?"
Isabella fronste en hield haar vinger bij een alinea. "Het lijkt op een soort persoonlijke brief," zei ze. "Richt zich aan... Andreii." Ze keek even op, haar blik gloeiend van fascinatie. "De toon is warm, bijna liefdevol. Het is alsof zijn grootvader rechtstreeks tegen hem spreekt."
"En?" Jake stapte dichterbij, bijna over haar schouder glurend. "Is dat alles? Wat voor geheimen staan erin?"
"Rustig aan, Jake," siste Isabella. "Ik ben nog maar net begonnen."
Ze bladerde verder en begon voor te lezen. De woorden waren met zorg gekozen, gevuld met wijsheid en raadgevingen. Het leek alsof het dagboek een gids was voor Andreii, vol herinneringen, levenslessen en hints naar iets groters.
"Dit is anders dan ik dacht," mompelde Isabella, terwijl ze verder las. "Het is alsof zijn grootvader hem voorbereidt op iets... belangrijkers. Maar wat dat is, weet ik nog niet."
"Blader sneller," zei Charles ongeduldig, zijn vingers trommelend op de rand van de houten tafel in zijn kamer. "Ik wil iets hebben waarmee we hem echt kunnen raken. Iets wat we kunnen gebruiken."
Isabella, die op de vloer zat met het dagboek van Andreii’s grootvader op haar schoot, wierp hem een kille blik toe. "Dit is geen roman, Charles. Dit is een stuk geschiedenis. Als je het oppervlakkig behandelt, missen we misschien iets cruciaals." Ze bladerde zorgvuldig verder door de fragiele pagina’s, haar ogen scherp gericht op de sierlijke handgeschreven letters.
Jake leunde tegen de muur en speelde met een muntje dat hij steeds weer omhoog gooide en opving. "Je weet zeker dat dit het waard is? Het is gewoon een oud verhaal. Wat kunnen we hier nu echt mee doen?"
Isabella’s hand verstijfde op een pagina, haar ogen plotseling oplichtend. Ze boog zich dichter naar het boek toe. "Wacht even," zei ze, haar stem zacht maar gespannen. "Hier staat iets..."
Charles stond abrupt op en liep naar haar toe. "Wat dan? Wat heb je gevonden?"
Isabella hield haar hand op, alsof ze hem wilde bedwingen. Ze las hardop:
"Als je dit leest, weet dan dat wat ik heb ontdekt niet alleen jouw leven zal veranderen, maar dat van velen. De waarheid ligt verdoken op een plaats waar niemand ooit komt. Zoek de leeuw die naar het noorden kijkt en weet dat hij de weg wijst naar wat verloren is gegaan."
Charles fronste en keek naar Isabella. "De leeuw die naar het noorden kijkt? Wat betekent dat?"
Isabella sloeg het boek dicht, haar ogen vol vastberadenheid. "Dat is precies wat we moeten uitzoeken," zei ze. "Als dit dagboek een geheim bevat dat Andreii moet ontdekken, kunnen wij het als eerste vinden. En als we dat doen, hebben we een troef in handen waar hij niet tegenop kan."
Jake’s muntje viel met een zachte plof op de vloer. Hij keek Isabella aan, een mengeling van nieuwsgierigheid en nervositeit in zijn blik. "Dus... we hebben geen kant-en-klaar wapen tegen hem? Alleen een raadsel?"
"Een raadsel," herhaalde Isabella, haar lippen krullend in een zelfverzekerde glimlach. "Maar een raadsel dat we kunnen oplossen voordat hij dat doet. En als we dat doen, zal hij geen keuze hebben dan ons gehoorzamen."
Charles knikte langzaam, zijn ogen glinsterend van ambitie. "Dan is dat ons plan. We ontdekken wat deze 'leeuw' betekent, en we gebruiken het tegen hem."
Isabella stond op en hield het dagboek stevig vast. "Laten we aan de slag gaan," zei ze met een grijns. "Dit spel wordt nu pas echt interessant."
"Was het symbool van Andreii geen leeuw?" vroeg Jake, terwijl hij tegen de muur leunde en nonchalant met een pen speelde.
"Een leeuw?" herhaalde Charles met een spottende grijns. Hij wierp een zelfvoldane blik naar Isabella, die het dagboek nog steeds vasthield. "Laat me niet lachen. Dat joch kan nog niet miauwen, laat staan brullen."
Jake barstte in lachen uit, zijn schouder schokkend van pret. "Ja, hij ziet er eerder uit als een verdwaald katje. Ik vraag me af wie ooit heeft bedacht dat zo'n watje het symbool van een leeuw waardig zou zijn."
Isabella keek hen grinnikend aan, maar haar ogen bleven scherp gericht op het dagboek in haar handen. Ze hield ervan hoe makkelijk Charles en Jake te bespelen waren, maar ze wist dat haar blik verder reikte dan hun kinderachtige spot. Terwijl de jongens doorgingen met grappen maken over Andreii, liet ze haar vingers over de rand van de pagina glijden waar de boodschap van Ektor Oskuld stond.
"Jullie zijn misschien vergeten," zei Isabella, haar stem honingzoet maar doordrenkt van ironie, "dat een leeuw ook een symbool van erfgoed en macht is. Zelfs een prins die niet brult, draagt nog steeds de kroon."
Charles trok een wenkbrauw op en lachte schamper. "Wat probeer je te zeggen, Isabella? Dat we bang moeten zijn voor zijn majesteit? Het enige wat hij heeft, zijn titels en boeken."
"Boeken," herhaalde Isabella met een triomfantelijke glimlach, terwijl ze het dagboek omhoog hield. "En het juiste boek in de juiste handen kan een machtig wapen zijn, Charles. Misschien moet je dat niet onderschatten."
Jake hield op met lachen en keek naar het dagboek. "Denk je dat dit echt iets kan opleveren? Of zit je gewoon te spelen met een hoop oude verhalen?"
Isabella sloot het dagboek met een zachte klap en stond op. "Dat hangt af van wat we ermee doen. Maar één ding weet ik zeker: als dit dagboek in onze handen blijft, is Andreii's zogenaamde 'leeuwenkracht' net zo krachteloos als een sprookje."
Charles leunde achterover, zijn grijns zelfvoldaan. "Goed. Laten we dat sprookje dan maar eens laten zien wat echte kracht is."
De kamer vulde zich met hun gelach, maar Isabella’s blik gleed even af naar de dichtgeslagen kaft van het dagboek. Daar, in de verborgen woorden van Ektor Oskuld, lag een geheim dat meer waard was dan ze ooit had durven dromen. En ze was vastbesloten om het als eerste te ontdekken.