Zoals Henriëtta had beloofd, zette ze een discrete zoekactie in gang onder het personeel van het koninklijk paleis. De beloning van vijfhonderd pond en een week betaald verlof zorgde ervoor dat iedereen met toewijding aan het speuren sloeg. Maar ondanks de grondige zoektocht door iedere hoek en nis van het paleis, bleef het dagboek onvindbaar.
Henriëtta zat met Lucas aan haar bureau. De lijst met gerapporteerde resultaten lag voor hen, en de spanning in de kamer was voelbaar.
"Niemand heeft ook maar iets gevonden," zei Henriëtta met een diepe zucht. "Het is alsof het dagboek verdampt is."
Lucas leunde achterover in zijn stoel, zijn wenkbrauwen gefronst. "Als het nergens in het paleis is, betekent dat maar één ding," zei hij, zijn stem doordrongen van ernst. "Het is gestolen. En gezien de inhoud van dat dagboek, kan dat verschrikkelijke gevolgen hebben."
Henriëtta keek hem scherp aan. "We kunnen het ons niet veroorloven om dit openbaar te maken. Als het in de verkeerde handen terecht is gekomen, kan dat niet alleen Andreii in gevaar brengen, maar ook alles wat we hebben opgebouwd."
Lucas knikte. "We moeten onze zoekactie uitbreiden, buiten het paleis. Verzamel discreet informatie bij veilingen, antiekhandelaren en verzamelaars. Er zijn maar een paar mensen die weten dat dit dagboek bestaat. Als het gestolen is, is de kans groot dat iemand ermee probeert te pronken of het te gelde wil maken."
Henriëtta beet op haar lip, haar blik vastberaden. "Maar als ze weten wat erin staat... dan gebruiken ze het niet om het te verkopen, maar om ons te chanteren."
"Dat," zei Lucas met klem, "moeten we koste wat kost voorkomen."
Henriëtta legde een hand op zijn arm en keek hem recht aan. "Lucas, we kunnen Andreii hier niet mee belasten. Hij heeft al genoeg om mee te worstelen. Laten we ervoor zorgen dat hij hier niets van weet, totdat we zeker weten waar het dagboek is."
Lucas knikte. "Ik zorg ervoor dat niemand buiten onze vertrouwelingen hiervan op de hoogte raakt. En ik zal persoonlijk toezicht houden op de zoektocht."
Ondertussen, ver van het paleis, sloeg Isabella het dagboek dicht en keek met een voldane glimlach naar Charles en Jake. Het dagboek was niet alleen veilig in hun bezit, maar ook klaar om tegen Andreii te worden gebruikt. Precies zoals ze hadden gepland.
Ondanks hun onvermoeibare inspanningen waren Andreii, Fiona en Livia er niet in geslaagd het dagboek te vinden. Ze hadden elke aanwijzing onderzocht en iedere mogelijke locatie doorgespit, maar het bleef onvindbaar. De frustratie begon haar tol te eisen. Livia’s enthousiasme was al merkbaar afgenomen, en zelfs Andreii begon de hoop te verliezen. Het was Fiona die hen uiteindelijk overhaalde om even een stap terug te doen.
"Misschien is het gewoon niet meer hier," zei ze zacht, terwijl ze bij de haard in een van de leeszalen zaten. "We hebben overal gekeken. Soms kun je niets anders doen dan loslaten en hopen dat het zichzelf oplost."
Andreii keek haar aan, zijn blik zwaar van teleurstelling. "Maar wat dan? We hebben niets. Mijn grootvader wilde dat ik iets vond, Fiona. Het voelt alsof ik hem teleurstel."
Fiona glimlachte zwak en kneep even in zijn arm. "Je hebt niets te verliezen door even adem te halen, Andreii. Bovendien... het is bijna Nieuwjaar. Het feest komt eraan. Misschien brengt dat wat afleiding."
Het jaarlijkse nieuwjaarsfeest in het paleis was het hoogtepunt van het jaar. Mensen van allerlei lagen van de bevolking verzamelden zich in de grote balzaal, die al weken met zorg was voorbereid. Het feest was niet alleen een viering, maar ook een gelegenheid voor de koning en koningin om bruggen te bouwen tussen de verschillende klassen. De sfeer van saamhorigheid en verbinding was altijd voelbaar.
Zoals elk jaar zouden ook Brutus, Jeroom en Jade aanwezig zijn om de Bakoeni-bevolking te vertegenwoordigen. Fiona had hen al eerder ontmoet, en hun gesprekken waren haar bijgebleven. De waardigheid van Brutus en het diplomatieke charisma van Jeroom hadden een diepe indruk op haar gemaakt.
"Ze zullen er weer zijn," zei Fiona, terwijl ze samen met Andreii en Livia door de paleistuinen wandelde. "Brutus en Jeroom. Ze hebben de vorige keer erg veel indruk op me gemaakt. De manier waarop ze spreken, hoe ze hun visie uitdragen... het is bijna inspirerend."
"Ja" zei Andreii. "Brutus is een echte leider, dat kun je voelen als je met hem praat. Maar het is hun samenwerking die het zo krachtig maakt. Ze vullen elkaar aan, als schakels in een ketting."
"Dat maakt hen juist bijzonder," zei Livia, haar stem vol bewondering. "Ik hoop dat ik ze ook mag ontmoeten. Het zou geweldig zijn om hun verhalen te horen."
Fiona glimlachte naar haar. "Dat zullen ze graag doen, denk ik. Ze houden ervan om te delen, zeker als ze merken dat iemand oprecht in hen geïnteresseerd is. Ze zijn best wel luidruchtig, maar hebben een gouden inborst. Ze geven fortuinen aan goeie doelen terwijl zijzelf een eenvoudig leven leiden. Dat typeert hen."
Andreii keek naar hen beiden en voelde een kleine glimlach opkomen. Hij waardeerde hun enthousiasme, zelfs terwijl zijn gedachten bleven hangen bij het dagboek. Toch wist hij dat het nieuwjaarsfeest misschien precies was wat hij nodig had—een kans om zijn zorgen even los te laten en nieuwe inspiratie op te doen. En wie weet... misschien bracht het feest wel een onverwachte wending in hun zoektocht.
Toen de dag van het feest eindelijk was aangebroken, heerste er een drukte van jewelste in het paleis. Ondanks de hectiek wisten de ervaren personeelsleden precies wat hun taken waren. De afgelopen dagen hadden ze zorgvuldig alle voorbereidingen getroffen, zodat alles vlekkeloos zou verlopen.
In de balzaal stond een majestueuze, versierde dennenboom. Dit jaar was gekozen voor een kleurenthema van blauw en goud, met glanzende bollen die het licht van de kroonluchters weerkaatsten. Tussen de takken flonkerden kleine lichtjes die leken te dansen op het ritme van de voorbereidingen. Het was een traditie om rond deze tijd van het jaar niet alleen het paleis, maar ook de omliggende huizen te versieren met lichtjes, slingers en kleurrijke bollen, een gewoonte die warmte bracht in de donkere wintermaanden.
De geur van versgebakken brood en specerijen vulde de gangen, afkomstig uit de keukens waar koks hun laatste hand legden aan een feestmaal dat elke gast zou betoveren. Lakeien liepen af en aan met bladen vol kristallen glazen en karaffen die sprankelende dranken bevatten. Alles moest perfect zijn om de diversiteit en pracht van het koninkrijk te weerspiegelen.
Fiona stond met Livia in de gang net buiten de balzaal. Ze keken naar binnen en bewonderden de versieringen. Fiona’s ogen bleven hangen op de dennenboom. "Het is prachtig," zei ze zacht.
Livia knikte. "Het voelt zo... groots. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ik hier echt deel van uitmaak."
Fiona glimlachte naar haar. "Dat doen we, Livia. En straks, als iedereen hier is, zul je zien hoe bijzonder het is om deze mensen samen te zien. Zelfs de Bakoeni en de edelen, zij kunnen hier even de verschillen vergeten."
Andreii voegde zich bij hen, gekleed in een net zwart kostuum met subtiele gouden details. Zijn blik gleed over de zaal en bleef hangen bij de boom. "Ze hebben zichzelf weer overtroffen," merkte hij op. Zijn stem was doordrenkt van een lichte trots, maar ook van een tikkeltje nervositeit.
"Ben je er klaar voor?" vroeg Fiona zacht, terwijl ze hem aankeek.
Andreii haalde diep adem en glimlachte zwakjes. "Zoveel als ik kan zijn. Maar dit jaar voelt... anders. Alsof er meer op het spel staat."
Fiona legde een geruststellende hand op zijn arm. "Je zult het geweldig doen. Dit is jouw wereld, Andreii. Het enige wat je hoeft te doen, is jezelf zijn."
Hij keek haar dankbaar aan. Terwijl de klokken van het paleis begonnen te slaan en de eerste gasten arriveerden, wisten ze allemaal dat deze avond een moment van betekenis zou worden—voor hen, maar misschien ook voor wat nog komen zou.
Aangezien hij de kroonprins was, was het Andreii’s taak om samen met zijn ouders de gasten te begroeten. Het formele ritueel van handen schudden, beleefd glimlachen en vriendelijk knikken had hij altijd als vermoeiend en oppervlakkig ervaren. Maar hij wist dat hij geen keuze had; het hoorde nu eenmaal bij zijn rol.
Fiona stond niet ver bij hem vandaan, half verscholen tussen de andere gasten, maar haar blik bleef vaak naar hem glijden. Andreii merkte het, en af en toe kruisten hun ogen elkaar. Zijn lippen krulden onwillekeurig in een kleine glimlach als hij haar betrapte, en Fiona wendde dan snel haar blik af, haar wangen licht rood gekleurd.
Livia stond naast haar en volgde het stille spel tussen de twee met een geamuseerde blik. Ze grinnikte zacht. "Ga je straks met hem dansen?" fluisterde ze in Fiona's oor.
Fiona draaide zich naar haar vriendin om, haar ogen groot van schrik. "Wat? Nee... waarom zou ik?" stamelde ze, terwijl een onmiskenbare blos op haar gezicht verscheen.
Livia grijnsde breed en gaf haar een speelse por. "Omdat ik je ken, Fiona. Je probeert misschien onopvallend te zijn, maar iedereen kan zien hoe je naar hem kijkt."
Fiona wilde protesteren, maar op dat moment kwam Elicia hun richting uit gewandeld. Ze droeg een prachtige, met juwelen versierde jurk, maar haar houding straalde een mix van verveling en ongeduld uit. Ze geeuwde openlijk en gaf haar vlecht een nonchalante slinger.
"Ik vind dit gedeelte altijd zo vreselijk saai," klaagde Elicia. "Ik ben blij dat ik niet de kroonprinses ben. Anders zou ik nu ook handen staan schudden. Ik snap echt niet hoe mama en papa het volhouden."
Livia lachte zacht en knikte naar Andreii, die net een joviale koopman begroette met een handdruk. "Misschien zou je eens naar je broer moeten kijken. Hij lijkt het aardig onder controle te hebben."
Elicia trok een wenkbrauw op en volgde haar blik. "Hmm, hij doet net alsof. Ik weet zeker dat hij dit ook vreselijk vindt. Het enige voordeel is dat hij straks eindelijk mag dansen." Ze keek naar Fiona, een speelse vonk in haar ogen. "Misschien moet jij hem wel ten dans vragen, Fiona. Iemand moet die avond voor hem een beetje draaglijk maken."
Fiona opende haar mond om te reageren, maar bedacht zich toen en besloot het maar daarbij te laten. Ze kon het niet halen van Elicia en dat wist ze. Fiona zuchtte diep en wendde zich af van Livia, die opnieuw zacht grinnikte.
De muziek begon zachtjes op de achtergrond te spelen, een uitnodiging voor wat binnenkort het eerste dansmoment van de avond zou zijn. Fiona voelde haar hart sneller kloppen en vroeg zich af of ze het aandurfde... of dat Andreii misschien de eerste stap zou zetten.
De muziek zweefde zachtjes door de balzaal, een voorbode van de dansen die zouden volgen. Andreii stond nog steeds met zijn ouders bij de ingang, beleefd glimlachend en handen schuddend met de binnenkomende gasten. Zijn blik dwaalde echter regelmatig af naar Fiona, die verderop stond met Livia en Elicia. Ze zag er prachtig uit in haar eenvoudige, maar elegante jurk, en telkens wanneer hun ogen elkaar vonden, gleed een subtiele glimlach over zijn gezicht.
Fiona voelde haar wangen warm worden telkens als ze Andreii's blik ontmoette. Ze had al besloten dat ze met hem zou dansen zodra de kans zich voordeed—er was geen enkele reden om dat niet te doen. Toch werd haar aandacht even afgeleid door Elicia, die met een speelse glimlach naast haar stond.
"Je kunt je ogen nauwelijks van hem afhouden." fluisterde Elicia, terwijl ze zich een beetje naar Fiona boog.
Fiona trok haar wenkbrauwen op, hoewel haar rode wangen haar verrieden. "Wat bedoel je?" vroeg ze, alsof ze niets in de gaten had.
Livia grijnsde en gaf Elicia een samenzweerderige blik. "Kom op, Fiona. Je gaat straks toch wel met hem dansen? Of wil je dat wij hem gaan vragen?"
Fiona schudde haar hoofd, maar ze kon een glimlach niet onderdrukken. "Ik denk dat ik dat zelf wel kan regelen, bedankt," zei ze, haar toon half geamuseerd, half uitdagend.
Elicia lachte hardop en tikte Fiona speels tegen haar schouder. "Dat mag ook wel, na die kus die jullie uitgewisseld hebben. Oh, sorry—was dat een geheim? Nee toch?"
Fiona staarde haar aan, haar mond half open, terwijl een nieuwe blos op haar wangen verscheen. "Elicia!" siste ze.
"Wat?" zei Elicia met een onschuldige blik. "Het is toch geen schande? Ik bedoel, het is behoorlijk romantisch, als je het mij vraagt. Maar je weet wel... als je straks niet met hem danst, ga ik hem misschien wél ten dans vragen. Hij is tenslotte mijn broer, dus dat zou niemand raar vinden."
Fiona rolde met haar ogen, hoewel ze niet kon voorkomen dat er een lach uitbrak. "Jij bent ongelooflijk," zei ze met een zucht, maar haar blik bleef warm. "Maak je geen zorgen. Ik laat die kans echt niet aan jou over."
Livia lachte zachtjes mee en gaf Fiona een knipoog. "Dat is de juiste instelling."
Elicia grijnsde triomfantelijk en keek toe hoe Andreii een laatste gast begroette. De koning en koningin verlieten hun post om zich bij de menigte te voegen, en Andreii had eindelijk de kans om zich los te maken van zijn formele taak. Zijn ogen vonden die van Fiona, en zonder aarzeling liep hij recht op haar af.
"Mag ik je straks de eerste dans vragen?" vroeg hij, zijn stem net luid genoeg voor haar om te horen boven het geroezemoes van de zaal.
Fiona’s glimlach was puur en oprecht, en zonder enige twijfel knikte ze. "Ik wacht op je."
Andreii glimlachte warm naar Fiona, zijn blik gevuld met een combinatie van tederheid en ernst. "Ik kom meteen bij je," zei hij zacht. "Ik moet even iemand begroeten en dan ben ik bij je."
Hij wees naar een groepje in de hoek van de balzaal, waar Brutus en Jeroom samen met Jade stonden. Hun diepe stemmen en vrolijke gelach dreunden door de ruimte, een teken van hun aanstekelijke energie. "Daar zijn Brutus en Jeroom," zei Andreii. "Je kan hen niet missen. Ik kom je straks daar halen. Praat maar een beetje met hen. Livia wil hen graag ontmoeten."
Fiona volgde zijn blik en glimlachte. Ze kende Brutus en Jeroom al van hun eerdere ontmoeting en voelde zich op haar gemak bij hen. "Natuurlijk," antwoordde ze, haar stem warm. "Ik zorg ervoor dat Livia zich welkom voelt."
Andreii knikte dankbaar en draaide zich om, zijn pas stevig terwijl hij op weg ging naar een andere gast. Fiona keek hem na, haar hart nog altijd sneller kloppend. Ze voelde de lichte druk van Elicia’s blik op haar en keek om, waar ze geconfronteerd werd met een plagerige grijns.
"Wat zei ik? Klaar voor je eerste dans," fluisterde Elicia. "Maar goed, ga jij maar naar Brutus en Jeroom. Ik blijf hier nog even kijken hoe hij het doet."
Fiona rolde met haar ogen en pakte Livia's arm. "Kom," zei ze, haar stem vrolijk maar vastberaden. "Het wordt tijd dat je ze ontmoet."
Samen liepen ze naar de hoek van de zaal, waar Brutus met een brede lach Jade iets toefluisterde. Jeroom keek op toen hij Fiona zag en hief zijn glas in een groet. "Fiona!" zei hij hartelijk. "Wat een plezier om je hier weer te zien."
Brutus draaide zich om, zijn ogen vriendelijk en scherp tegelijk. "En wie is je gezelschap?" vroeg hij, terwijl zijn blik op Livia viel.
"Dit is mijn vriendin Livia," zei Fiona met een glimlach. "Ze wilde jullie graag ontmoeten."
Jeroom knikte en stak zijn hand uit naar Livia. "Een genoegen, Livia. Het lijkt erop dat Fiona een goede smaak heeft in vrienden."
Livia bloosde lichtjes maar glimlachte terug. "Het genoegen is helemaal aan mijn kant," zei ze, terwijl ze zijn stevige handdruk beantwoordde.
Brutus grijnsde breed. "Nou, welkom in onze hoek. We hebben net een discussie over wie beter kan dansen—Jade of Jeroom. Misschien kunnen jullie helpen beslissen."
De groep barstte in lachen uit, en Fiona voelde hoe de lichte spanning in haar borst wegebde.
"Als jullie willen weten wie het beste kan dansen, dan zullen jullie een wedstrijdje moeten houden," zei Fiona met een speelse glimlach, terwijl ze haar blik over de groep liet glijden.
Jeroom schudde zijn hoofd met een grijns. "Als het zo zit, dan geef ik me nu al gewonnen," zei hij luchtig. "Ik denk dat het eerder de vraag is wie van ons het slechtste kan dansen."
"Waarschijnlijk jij," plaagde Brutus, terwijl hij zijn glas hief naar Jeroom. "Ik herinner me nog die ene keer—"
"Geen verhalen, Brutus!" onderbrak Jeroom lachend, terwijl hij met zijn handen een halt-teken maakte. "We zijn hier om bruggen te bouwen, niet om mijn reputatie te ruïneren."
Fiona lachte mee en draaide zich naar Livia, die duidelijk nerveus was, maar toch haar moed verzamelde. "Jade," begon Livia aarzelend, terwijl ze naar de oudere vrouw keek. "Je bent een van mijn favoriete personages uit de boeken, samen met Brutus en Jeroom."
Een glimlach van oprechte verrassing verscheen op Jade’s gezicht. "Oh, dat is lief van je," zei ze, haar toon zacht maar warm. "Ik weet niet zeker of ik een personage ben, maar het is fijn om te weten dat ons werk indruk heeft gemaakt."
Livia bloosde, maar knikte enthousiast. "Mijn ouders hebben me altijd verteld over jullie rol in de veranderingen voor de Bakoeni. Hoe jullie niet alleen onderhandelden, maar ook echt dingen veranderden. Het inspireerde me toen ik opgroeide."
Brutus glimlachte breed en gaf Jade een knipoog. "Kijk eens aan, Jade. Het lijkt erop dat je een idool bent geworden."
"Dat ben ik duidelijk niet alleen," antwoordde Jade met een bescheiden glimlach, terwijl ze naar Brutus en Jeroom keek. "Maar ik waardeer je woorden, Livia. Ze betekenen meer dan je misschien denkt."
Fiona voelde een warme gloed van trots voor haar vriendin. Livia had vaak onzekerheid gevoeld in sociale situaties, maar hier stond ze, zelfverzekerd en vol bewondering, met enkele van de meest invloedrijke figuren van hun koninkrijk.
"Misschien," zei Fiona luchtig, "moet Jade haar dansvaardigheden laten zien om te bewijzen dat ze niet alleen een inspiratie is, maar ook een winnaar van deze... vriendschappelijke competitie."
De groep barstte in lachen uit, en zelfs Jade lachte mee. "Ik denk dat ik deze dansronde aan de jongere generatie overlaat," zei ze met een knipoog. "Maar ik kijk graag toe hoe jullie je best doen."
"Heb je nog het café 'De Groene Cobra' in Greylock?" vroeg Livia aan Jade. "Ik ben daar altijd eens naartoe willen gaan."
Jade glimlachte en schudde haar hoofd. "Neen, helaas. Dat heb ik jaren geleden verkocht. Door mijn aandelen in Alicorn Trade heb ik mijn handen vol."
Brutus, die net een slok van zijn drankje nam, keek Jade met een brede grijns aan. "En je zakken," voegde hij droogjes toe.
Zijn opmerking deed de groep in lachen uitbarsten, waarbij zelfs Jade niet kon voorkomen dat ze haar hoofd schudde met een geamuseerde glimlach. "Heel grappig, Brutus," zei ze luchtig. "Maar ik geef toe, je hebt niet helemaal ongelijk."