Fiona keek op toen ze Andreii hun richting uit zag komen. Zijn bewegingen waren soepel en gracieus, alsof hij met elke stap de balzaal beheerste. De zelfverzekerdheid die hij uitstraalde, verraste haar, en ze kon niet anders dan denken dat haar aanwezigheid daar misschien iets mee te maken had.
Ze liet haar blik over de zaal glijden en merkte hoe de andere gasten naar hem keken, hun nieuwsgierigheid duidelijk zichtbaar. Er was niets meer over van de verlegen jongen die ze kende, en het leek alsof Andreii eindelijk liet zien wie hij werkelijk was—of wie hij kon zijn.
Toen hij dichterbij kwam, ontmoette zijn blik de hare. Zijn ogen leken een moment alleen haar te zien, alsof de rest van de balzaal was vervaagd. Fiona voelde haar hart sneller kloppen en een warme gloed trok over haar wangen. Hij had dit effect op haar, hoezeer ze het ook probeerde te negeren.
"Zullen we?" vroeg Andreii, zijn stem zacht maar vol betekenis, toen hij vlak voor haar stond. Hij stak zijn hand naar haar uit, en Fiona wist zonder twijfel wat hij bedoelde. Haar vingers raakten de zijne, en ze liet zich door hem leiden naar het midden van de balzaal.
De muziek zwol aan terwijl de andere gasten zich terugtrokken en de ruimte vrijmaakten. Voor een moment was het alsof de tijd stil stond—alleen zij en Andreii, samen in een zaal vol ogen die op hen gericht waren.
"We worden bekeken," fluisterde Fiona zacht in Andreii's oor terwijl ze dicht bij hem danste. Haar blik gleed subtiel langs de menigte, waar ogen nieuwsgierig op hen gericht waren.
Andreii grijnsde en leunde iets dichter naar haar toe. "Natuurlijk kijken ze naar ons," zei hij met een speelse toon in zijn stem. "We zijn het meest sprankelende paar van het hele gezelschap. Niemand kan aan ons tippen, behalve dan misschien mijn ouders."
Fiona lachte stilletjes en voelde haar schouders ontspannen. Ze kon het niet helpen dat ze het met hem eens was. Er was een zekere magie in hun samenzijn die zelfs zij niet volledig kon verklaren, maar op dit moment voelde het alsof ze de wereld aankonden—of in ieder geval de balzaal.
"Als jij dat zegt," fluisterde ze met een glimlach, terwijl ze haar passen moeiteloos aan de zijne aanpaste. "Dan moet het wel waar zijn."
"Ben je er klaar voor?" vroeg Andreii op een luchtige en speelse toon, terwijl hij haar hand iets steviger vastpakte.
Fiona keek hem met een mengeling van nieuwsgierigheid en lichte argwaan aan. "Waar moet ik klaar voor zijn?" vroeg ze, haar stem voorzichtig maar ook geamuseerd.
"Hiervoor," zei hij simpelweg, terwijl hij haar diep in de ogen keek. Zijn blik was intens, en voordat ze zich volledig kon realiseren wat er gebeurde, boog hij zich naar haar toe en drukte een kus op haar lippen. Het was teder, maar ook vol overtuiging.
De zaal vulde zich direct met een oorverdovend applaus. Gasten juichten en klapten, en er klonk zelfs wat gejoel vanuit een paar hoeken van de balzaal. Fiona voelde haar hart in haar keel bonzen terwijl de realiteit van wat er net was gebeurd tot haar doordrong.
"Zo," zei Andreii met een brede grijns, terwijl hij haar blik ving, "nu worden we zeker bekeken. Daar zullen de journalisten van smullen."
Een gevoel van paniek overviel haar, en ze trok zich een klein stukje terug. "Wat bedoel je?" vroeg ze, haar stem trillend terwijl ze zijn zelfverzekerde uitdrukking probeerde te peilen.
Andreii leek zich onmiddellijk te realiseren dat zijn opmerking haar had overvallen. Zijn grijns maakte plaats voor een zachtere blik. "Ik bedoel alleen maar dat dit nieuws wordt," zei hij geruststellend. "Maar maak je geen zorgen. Niemand hier denkt iets slechts over ons. Ze vinden het prachtig, Fiona."
Maar Fiona voelde de ogen van de menigte branden en kon alleen maar denken aan hoe haar leven vanaf dit moment zou veranderen.
"Ben ik hier wel klaar voor? Zijn mijn ouders hier wel klaar voor?" vroeg Fiona, haar stem trillend terwijl de paniek in haar ogen duidelijk werd.
Andreii bracht zijn hand naar haar gezicht en streek zacht een verdwaalde haarlok achter haar oor. Zijn blik was warm en geruststellend. "Mijn ouders zullen je ouders wel helpen om hiermee om te gaan," zei hij met een zachte glimlach. "Dit is een spelletje, Fiona. Mijn vader heeft het ook moeten leren. Dat weet je. Nu vindt hij het heerlijk."
Fiona keek hem onzeker aan, maar Andreii vervolgde, zijn toon iets lichter. "Hij moet vaak hartelijk lachen met al hun verhalen, weet je. Vooral wanneer de journalisten proberen hem slimmer af te zijn. Maar meestal... wint hij."
Een kleine glimlach verscheen op Fiona’s gezicht, al was het maar voor een moment. "Jij maakt het allemaal zo makkelijk klinken," zei ze zacht.
"Dat is omdat ik weet dat we dit samen aankunnen," antwoordde Andreii vastberaden. "En je hoeft dit niet alleen te doen. We hebben elkaar, en ik beloof je dat ik je niet loslaat."
Fiona haalde diep adem en knikte. "Oké," zei ze, terwijl ze zijn woorden tot zich liet doordringen. "Samen dan."
Andreii glimlachte warm en drukte een zachte kus op haar voorhoofd. "Dat is mijn meisje," fluisterde hij. "Laten we teruggaan. Iedereen wacht op ons."
Andreii en Fiona liepen naar de koning en de koningin, die midden in een geanimeerd gesprek waren met een elegant koppel. De man had kort blond haar en een ontspannen glimlach, terwijl de vrouw een statige uitstraling had met haar donkere haren en verfijnde Spaanse trekken. Fiona voelde een lichte zenuw in haar maag toen ze dichterbij kwamen. De uitstraling van het koppel straalde macht en ervaring uit.
Toen Andreii en Fiona naderden, keek het koppel verrast op, maar hun gezichten verzachtten onmiddellijk in een vriendelijke, bijna geamuseerde glimlach. Andreii stopte voor hen, zijn hand zachtjes rustend op Fiona’s rug. "Mag ik jullie voorstellen aan Fiona," zei hij met een trotse ondertoon in zijn stem.
De blonde man stak zijn hand uit naar Fiona en zei met een warme glimlach: "Aangenaam kennis met je te maken. Mijn naam is Harvie, en dit is mijn vrouw, Aurelia, kroonprinses van Vincorra."
Fiona’s ogen werden groot van verbazing, en haar mond viel een klein beetje open. Het duurde een fractie van een seconde voordat ze zich herstelde, maar haar verwarring was duidelijk zichtbaar. Natuurlijk had ze alles over hen gelezen—ze waren een van de meest fascinerende personages uit de boeken. Het was een droom geweest om hen ooit te ontmoeten, en nu stond ze hier, oog in oog met hen.
"Het is... het is een enorme eer om u te ontmoeten," stamelde Fiona, haar stem licht trillend van opwinding.
Aurelia glimlachte warm en legde een geruststellende hand op Fiona’s arm. "De eer is geheel wederzijds," zei ze met een charmante knik. "Andreii heeft duidelijk een uitstekende smaak."
Harvie lachte zachtjes en knipoogde naar Andreii. "Dat doet hij zeker. En jij bent duidelijk een opmerkelijk jongedame, Fiona. Vertel ons—hoe vind je het hier op het paleis?"
Fiona’s wangen kleurden, maar ze dwong zichzelf om kalm te blijven. "Het is... magisch," zei ze eerlijk. "De sfeer, de geschiedenis... alles voelt alsof het rechtstreeks uit een boek komt. Maar nog indrukwekkender zijn de mensen die ik heb mogen ontmoeten."
Aurelia en Harvie wisselden een veelbetekenende blik uit, terwijl de koning en de koningin hen met een stille tevredenheid gadesloegen. Het was duidelijk dat Fiona een blijvende indruk had gemaakt.
"Hoe voelde het om de rol van Ektor Oskuld op je te nemen, Harvie?" waagde Fiona het hem te vragen, haar stem voorzichtig maar doordrongen van oprechte nieuwsgierigheid.
Harvie grinnikte en rechtte zijn rug, alsof hij zich de waardigheid van de rol opnieuw eigen maakte. "Die rol was me natuurlijk op het lijf geschreven," zei hij met een speelse glimlach. "Ik bedoel, wie anders kan zo’n charismatische en briljante visionair neerzetten?"
Zijn opmerking lokte een lach uit bij Aurelia, die hem zachtjes tegen zijn arm tikte. "Je bescheidenheid is weer bewonderenswaardig, Harvie," zei ze plagend.
Harvie liet zich niet van zijn stuk brengen en richtte zich weer op Fiona. Zijn grijns verdween echter toen hij haar direct aankeek, zijn toon plotseling serieuzer. "Maar euh," begon hij, alsof hij iets belangrijks had opgevangen, "wat heb ik gehoord? Is het waar dat er nog een tiende boek bestaat?"
Fiona verstijfde even, haar hartslag versneld. Hoe wist hij dat? Ze wierp een korte blik op Andreii, die ook zichtbaar verrast was door de vraag, al probeerde hij zijn uitdrukking neutraal te houden.
"Dat zijn... alleen maar geruchten," zei Fiona langzaam, zich bewust van de ogen die op haar gericht waren. "Niemand weet echt of het bestaat."
Harvie knikte, maar zijn ogen bleven scherp. "Geruchten hebben vaak een kern van waarheid," zei hij luchtig, maar de ondertoon van zijn woorden was niet te missen. "En als het wél bestaat, kan ik me voorstellen dat het een boek zou zijn dat veel meer onthult dan de rest."
Aurelia legde een hand op Harvie’s arm, alsof ze hem wilde temperen. "Niet iedereen deelt jouw fascinatie voor mysteries, mijn lief," zei ze glimlachend, maar ook haar blik leek Fiona en Andreii te doorgronden.
Andreii voelde de spanning in de lucht en stapte naar voren. "We weten allemaal hoe Ektor Oskuld graag met mysterie speelde," zei hij kalm. "Maar soms zijn dingen beter bewaard als legende. Het maakt de verhalen krachtiger."
Harvie hield zijn blik nog een moment vast, maar knikte toen. "Misschien heb je gelijk, prins," zei hij met een kleine glimlach. "Maar als iemand dat tiende boek ooit vindt... weet dan dat ik één van de eersten ben die het wil lezen. Je grootvader is niet helemaal eerlijk tegen me geweest," zei Harvie met een schijnbaar luchtige toon, terwijl hij Andreii recht in de ogen keek. Zijn opmerking hing even in de lucht, zwaar met implicaties die Fiona moeilijk kon doorgronden.
"Ach, plaag hen toch niet zo, schat," zei Aurelia luchtig, terwijl ze hem speels met haar vingers aantikte. "Het is hun verhaal, en wie weet, misschien spelen wij daar ook wel weer een rol in."
Harvie glimlachte en hief zijn glas. "Misschien wel op dit eigenste moment," zei hij met een glinstering in zijn ogen die meer leek te verbergen dan te onthullen. Hij haalde zijn schouders op, alsof hij zijn eigen opmerking wilde bagatelliseren. "Ach ja, wij Engelsen houden van onze geheimen. Daar kunnen we niet onderuit..."
Andreii glimlachte strak en keek kort naar Fiona, die hem vragend aankeek, alsof ze hoopte dat hij zou uitleggen wat Harvie bedoelde. Maar Andreii bleef stil, zijn gedachten duidelijk elders.
"En wat voor geheimen zouden dat dan zijn?" vroeg Fiona uiteindelijk, haar nieuwsgierigheid sterker dan haar twijfel.
Harvie nam een slok van zijn drankje en leunde iets achterover. "Oh, mijn beste," begon hij luchtig, "dat is nou precies wat geheimen zo fascinerend maakt. Als ik ze zou delen, zouden het geen geheimen meer zijn, toch?"
Aurelia rolde met haar ogen en glimlachte naar Fiona. "Hij doet dit altijd. Neem het niet te serieus. Maar weet je, soms onthullen geheimen zichzelf op het moment dat je ze het minst verwacht."
"Maar ik denk dat je wel weet dat ik als echte Vincorraanse niet van geheimen houdt. Dit is eigenlijk een grapje tussen ons beiden," zei Aurelia met een warme glimlach. Haar toon was geruststellend, alsof ze Fiona wilde laten weten dat ze geen verborgen agenda hoefde te vrezen.
Fiona knikte langzaam. Het voelde alsof Aurelia haar direct begreep, zonder dat ze veel woorden hoefden te wisselen. Ze wist dat ze zich in de aanwezigheid van Aurelia goed zou voelen. Er hing een aura van oprechtheid en openheid om haar heen, iets wat Fiona alleen maar kon bewonderen. Eerlijkheid zat immers in haar eigen opvoeding, in haar cultuur, en het voelde als een erfenis die haar definieerde. Emerald Vincoy, haar betovergrootvader, had de Rimianko-test ingevoerd toen hij Vincorra stichtte—een systeem dat eerlijkheid en integriteit boven alles stelde.
"Dat is ook waarom we zo’n balans hebben, mijn vrouw en ik," zei Harvie met een grijns, terwijl hij naar Aurelia keek. "Zij kan geen geheim bewaren, en ik kan niet zonder."
"Ik zie het eerder als jouw uitdaging om ze geheim te houden," plaagde Aurelia terug. Ze wendde zich weer tot Fiona, haar toon zachter. "Eerlijkheid heeft altijd zijn weg gevonden in ons volk, Fiona. Het is een waarde die je moet koesteren. En ik voel dat jij dat doet."
Fiona voelde haar wangen warm worden onder het compliment en glimlachte. "Dank u," zei ze zacht. "Ik probeer het beste van mijn achtergrond mee te nemen in alles wat ik doe."
Aurelia legde even een hand op haar arm. "En dat straal je uit, mijn lieve. Wees daar trots op."
Fiona wist niet zeker of ze ooit een compliment had gekregen dat haar zo diep raakte, maar één ding wist ze zeker: Aurelia en Harvie waren niet zomaar koninklijke gasten. Ze hadden een charme en een wijsheid die Fiona’s bewondering alleen maar versterkte.
"Wanneer zijn jullie eigenlijk aangekomen?" vroeg Andreii, zijn blik vragend op Harvie en Aurelia gericht. "Ik heb jullie daarpas bij de begroeting niet gezien."
Harvie schudde zijn hoofd met een vriendelijke glimlach. "Neen, we zijn hier pas. We wilden dit feest voor geen geld van de wereld missen," zei hij met zijn gebruikelijke luchtigheid.
"Hebben jullie Rosalina gezien in Vincorra?" vroeg Andreii, zijn toon iets nieuwsgieriger. Het was duidelijk dat hij oprecht geïnteresseerd was.
"Natuurlijk," antwoordde Harvie met een knik. "En wat meer is, ze is met ons meegekomen naar Engeland."
Andreii en Fiona keken elkaar verrast aan en vroegen in koor: "Is ze hier?"
Harvie lachte zachtjes en knikte. "Ja, ze is hier."
"Waar is ze dan?" vroeg Andreii, zijn wenkbrauwen licht gefronst. Het idee dat Rosalina op het feest was, maar zich niet in de balzaal bevond, voelde vreemd aan.
"Ze is op haar kamer," antwoordde Aurelia kalm, alsof dat de meest logische verklaring was.
Andreii trok zijn wenkbrauwen op, duidelijk verbaasd. Dit was niet de Rosalina die hij kende. De Rosalina die hij kende zou dit feest voor geen goud van de wereld willen missen. Ze genoot altijd van de sfeer, de muziek, en vooral van de sociale interactie. Dat ze zich op haar kamer terugtrok, was... onkarakteristiek.
Fiona keek Andreii aan en zag dezelfde vragen weerspiegeld in zijn ogen die door haar eigen hoofd gingen. "Misschien is er iets aan de hand," zei ze zacht.
"Ik ga haar opzoeken," besloot Andreii, terwijl hij zijn glas neerzette. Zijn toon was vastberaden, en Fiona wist dat hij niet gerust zou zijn totdat hij wist waarom Rosalina niet op het feest was.
Net op het moment dat Andreii zich omdraaide om naar Rosalina’s kamer te gaan, stopte hij abrupt. Zijn blik werd gevangen door een gestalte die net de balzaal binnenwandelde. Rosalina.
Ze droeg een lichtblauwe jurk, zo elegant dat ze leek te zweven terwijl ze liep. Het zachte licht van de kroonluchters reflecteerde in de subtiele versieringen van de stof, waardoor het leek alsof ze straalde. Haar haar was perfect opgestoken, met een paar lokken die losjes om haar gezicht vielen, wat haar een zachte, bijna etherische uitstraling gaf.
Andreii bleef een moment staan, als bevroren, terwijl hij haar bewonderde. Dit was de Rosalina die hij kende: zelfverzekerd, stralend en vol aanwezigheid. Hij had zich geen zorgen hoeven maken.
Fiona merkte zijn aarzeling op en volgde zijn blik. Een glimlach speelde rond haar lippen toen ze Rosalina zag. "Daar is ze," fluisterde ze.
Rosalina’s ogen scanden de menigte en bleven hangen op Andreii. Een brede glimlach brak door op haar gezicht, en ze hief haar hand in een vriendelijke begroeting. Het voelde alsof de sfeer in de zaal even veranderde, alsof haar aanwezigheid iets nieuws bracht.
Andreii glimlachte terug en ademde diep in. "Dat is de Rosalina die ik ken," zei hij zacht tegen Fiona, voordat hij naar haar toeliep. Fiona volgde hem met een warme blik, wetend dat Rosalina’s aankomst meer kleur zou brengen in deze avond.