Fiona liep zenuwachtig heen en weer in haar slaapkamer. Haar gedachten maalden onafgebroken. "Zouden de koning en Harvie haar ouders hebben kunnen kalmeren?" vroeg ze zich telkens opnieuw af, terwijl ze met haar hand door haar haar streek.
Een zachte klop op de deur onderbrak haar piekergedachten. Ze aarzelde even, maar liep toen naar de deur en opende die. Voor haar stond Andreii, zijn blik vol bezorgdheid.
"Gaat alles goed met je?" vroeg hij, terwijl hij haar onderzoekend aankeek.
Fiona haalde haar schouders op, haar ogen ontwijkend. "Ik weet het niet," zei ze eerlijk. "Ik maak me zorgen. Wat als het niet is gelukt? Wat als mijn ouders dit niet aankunnen?"
Andreii stapte dichterbij en legde voorzichtig een hand op haar arm. "Mijn vader en Harvie weten wat ze doen," zei hij zacht. "Ze hebben al vaker zulke situaties meegemaakt. Ik weet zeker dat ze alles zullen doen om je ouders te helpen."
Fiona keek hem eindelijk aan, haar ogen gevuld met twijfel, maar ook met een vleugje hoop. "Denk je dat echt?" vroeg ze.
"Ik weet het zeker," zei Andreii met een kleine glimlach. "En wat er ook gebeurt, ik ben er voor je. We lossen dit samen op."
Andreii omhelsde Fiona zachtjes en drukte een tedere kus op haar voorhoofd. Fiona voelde een warme gloed door zich heen trekken en glimlachte zwak. Ondanks de zorgen die haar gedachten overschaduwden, voelde de kus veilig en geruststellend, alsof alles op de een of andere manier goed zou komen.
"Dank je," fluisterde ze, terwijl ze haar hoofd kort tegen zijn schouder leunde. Voor een moment leek de wereld minder zwaar, gedragen door de geruststelling die Andreii haar bood.
Fiona hoorde haar vader’s stem in de gang galmen, een toon die haar hart sneller deed kloppen. Ze keek naar Andreii, haar stem licht trillend van spanning. "Mijn ouders zijn hier," zei ze. "Je vader heeft hen meegebracht."
Ze ademde diep in, haar gedachten razend, en verzamelde al haar moed. Vastberaden stapte ze de gang in, waarbij ze zich bewust was van Andreii’s steunende aanwezigheid vlak achter haar. Toen ze haar ouders zag, stond ze even stil, maar dwong zichzelf om door te gaan.
"Papa, mama," zei ze, haar stem zachter dan ze wilde, maar met een duidelijke ondertoon van opluchting. "Jullie zijn hier." Haar blik gleed over hun gezichten, zoekend naar tekenen van hun stemming.
Fiona voelde haar spanning wegvloeien toen haar moeder haar stevig in een warme omhelzing trok. "Hoe gaat het met je, meisje? Is alles goed?" vroeg haar moeder, terwijl ze haar dochter onderzoekend aankeek.
"Met mij gaat alles goed, mama," antwoordde Fiona zacht. "Maar hoe gaat het met jullie?" Haar ogen flitsten even onzeker naar haar vader.
Haar vader schudde lichtjes zijn hoofd, maar er lag een grijns op zijn gezicht. "We hebben met de koning kennisgemaakt," zei hij, zijn toon verrassend luchtig. "Het is een heel voornaam man. Je boft maar met zulke schoonouders," voegde hij er plagerig aan toe.
Fiona voelde haar wangen warm worden, maar ze lachte. "Papa!" zei ze met een mengeling van schaamte en amusement, terwijl de sfeer in de gang lichter werd.
"De koning wil je tijdens een persvoorstelling aan de pers voorstellen," begon Fiona's vader. "En hij heeft ons uitgenodigd om erbij te zijn. Daarom zijn we hier. Om ons hierop voor te bereiden en om de paparazzi te ontlopen. Ze hadden ons huis omsingeld. We zaten als ratten in de val."
Fiona keek hem met grote ogen aan, haar hart zwaar van schuldgevoel. "Ach papa, mama," zei ze zacht, haar stem trillend van emotie. "Het spijt me zo erg dat jullie dit hebben moeten meemaken."
Haar moeder legde een geruststellende hand op haar arm. "We weten dat dit niet jouw schuld is, meisje. Het is gewoon... overweldigend." Haar blik verzachtte, en haar ogen straalden liefde uit. "Maar we zijn hier nu, en dat maakt alles een stuk beter."
Fiona knikte langzaam, terwijl ze haar schuldgevoel probeerde weg te slikken. "Ik beloof dat ik mijn best zal doen om het goed te maken."
Fiona's vader lachte. "Zorg jij maar dat je die kroonprins kan houden," zei hij speels. Maar zijn blik veranderde toen hij Andreii zag, die aarzelend de gang in kwam.
"Ik neem aan dat jij de kroonprins bent," zei Jake, terwijl hij Andreii van top tot teen bekeek.
Andreii knikte beleefd en stapte naar voren. Hij stak zijn hand uit en zei: "Het is aangenaam om jullie eindelijk te ontmoeten. Ik heb veel over jullie gehoord."
Jake grinnikte en schudde zijn hand stevig. "Niet zo formeel, jongen," zei hij. "Ik ben Jake, en dat daar is mijn vrouw Lena."
Lena glimlachte vriendelijk en knikte. "Hallo" zei ze zacht, terwijl haar ogen Andreii zorgvuldig observeerden. "Ik hoop dat we elkaar beter leren kennen."
Andreii glimlachte terug, zichtbaar opgelucht. "Ik kijk ernaar uit, Lena."
Lena keek met een goedkeurende blik naar haar dochter en glimlachte warm. "Ik kan goed begrijpen dat je verliefd op hem bent geworden," zei ze met een speelse knipoog. "Hij lijkt erg op zijn vader. Die is ook zo knap."
Jake draaide zich naar zijn vrouw en wierp haar een waarschuwende blik toe, alsof hij haar woorden niet helemaal op prijs stelde. Maar Lena haalde nonchalant haar schouders op, haar glimlach onaangetast.
Fiona bloosde en keek verlegen naar Andreii, die ongemakkelijk maar geamuseerd lachte. "Dank u, Lena," zei hij met een lichte buiging van zijn hoofd. "Ik hoop dat ik die vergelijking eer aan doe."
"Dat mag je wel zeggen," zei Jake met een knik. "Je vader is niet alleen knap. Hij heeft ook een scherpe, intelligente geest en een goed hart. Dat weet iedereen."
Andreii glimlachte en voegde eraan toe: "En hij heeft mijn moeder. Zij is degene die het beste uit hem weet te halen."
Lena keek Andreii aan, een warme glimlach op haar gezicht. Een jongen die zo over zijn moeder sprak, kon in haar ogen niet anders dan later een geweldige echtgenoot worden. "Dat is mooi gezegd, Andreii," zei ze zacht. "Het zegt veel over jou."
Andreii knikte dankbaar, terwijl Fiona stilletjes glimlachte, trots op de jongen naast haar.
"Ik meen wat ik zeg," zei Andreii, zijn stem oprecht en vastberaden. "Mijn moeder is een uitzonderlijke vrouw, en als je het verhaal van mijn ouders een beetje kent, dan weet je dat zij de drijvende kracht is achter alles wat mijn vader heeft bereikt."
Zijn blik gleed kort naar Fiona, en een zachte glimlach verscheen op zijn gezicht. "Een man is geen man zonder een sterke vrouw aan zijn zijde," voegde hij eraan toe, zijn woorden op Fiona gericht.
Jake keek hem aan, zichtbaar onder de indruk. "Je woorden getuigen van een diepe wijsheid, jongen," zei hij, terwijl Lena stilletjes glimlachte en Fiona's hand even vastpakte, als een stille bemoediging.
Fiona glimlachte, haar hart verwarmd door Andreii’s oprechte woorden. Ze kende hem goed genoeg om te weten dat hij niets zei zonder het volledig te menen. Zijn woorden resoneerden diep in haar, als een bevestiging van de bijzondere band die ze met hem voelde.
Maar de woorden brachten ook een verantwoordelijkheid met zich mee. Fiona’s glimlach vervaagde licht terwijl ze zich afvroeg: had zij het in zich om die sterke kracht aan Andreii's zijde te worden? Het idee was even inspirerend als intimiderend.
Maar toen Fiona aan Henriëtta dacht, voelde ze een golf van rust over zich heen komen. De koningin had een vertrouwen in haar uitgestraald dat haar eigen twijfels leek weg te nemen. Het was alsof Henriëtta in haar had gezien wat Fiona diep vanbinnen ook in zichzelf hoopte te vinden.
Jake keek zijn dochter aan met een zachte glimlach. "Wel, meisje," zei hij. "Je hebt een goeie keuze gemaakt. Niet omdat hij de kroonprins is, maar omdat hij als mens waardevol is."
Fiona voelde een warme gloed van trots en dankbaarheid in haar borst, terwijl ze haar vader aankeek. "Dank je, papa," fluisterde ze. "Dat betekent veel voor me."
Jake zuchtte, zijn blik nog steeds op zijn dochter en Andreii gericht. "Jullie zijn nog jong," zei hij langzaam, "en dat baart me een beetje zorgen. Maar nu ik jullie zo samen zie, weet ik dat we jullie moeten steunen. Daar kan geen twijfel over bestaan."
Fiona glimlachte dankbaar, terwijl Andreii Jake een respectvolle knik gaf. "Dank u, meneer," zei Andreii oprecht. "Uw steun betekent meer dan ik kan zeggen."
Jake knikte en voelde een deel van zijn zorgen wegebben, overtuigd door de oprechtheid van hun band.
"Wel dan," zei Jake tegen zijn vrouw met een speelse grijns. "We zullen de twee tortelduifjes dan maar alleen laten en zelf onze kamer zoeken. Wat denk je?"
Zijn vrouw glimlachte en knikte. "Dat lijkt me een goed idee," zei ze zacht. Ze wierp nog een laatste bemoedigende blik op Fiona voordat ze samen met Jake vertrok. Fiona keek hen na, haar hart gevuld met dankbaarheid voor hun aanwezigheid en steun.
Andreii keek Fiona aan, zijn glimlach warm en geruststellend. "Wat denk je?" vroeg hij. "Heb ik hen kunnen overtuigen?"
Fiona schudde lachend haar hoofd. "Ben je mal? Als ik niet beter zou weten, dan zou ik denken dat mijn moeder zelf verliefd op je is."
Andreii grinnikte, zijn ogen twinkelend van plezier. "Nou, ik weet zeker dat ik haar niet zo voor me gewonnen heb zoals jij dat bij mijn ouders hebt gedaan," zei hij speels. "Maar ik neem het als een compliment."
"Neem het zoals je wilt," zei Fiona met een speelse glimlach. "Maar je hebt hen in je zak. Ze zijn weg van je, hoewel ik denk dat mijn vader nu ruzie met mijn moeder aan het maken is omdat hij jaloers op je is."
Andreii barstte in een uitbundige lach uit, zijn schouders schuddend van plezier. "Nou, als ik dat had geweten, had ik me misschien wat meer ingehouden," zei hij met een grijns. "Maar ik neem het als een teken dat ik mijn best doe."
"Je doet meer dan je best, schat," zei Fiona zacht, terwijl ze hem liefdevol aankeek. "Maar wees gewoon jezelf zoals je gedaan hebt. Laat je hart spreken, en dan zullen ze je in hun hart sluiten."
Andreii glimlachte dankbaar, haar woorden verwarmden hem. "Dank je, Fiona," zei hij. "Met jou aan mijn zijde voelt alles mogelijk."
"Zo voel ik me ook," zei Fiona zacht, terwijl ze Andreii’s blik vasthield. Haar ogen straalden dezelfde warmte uit als zijn glimlach, en voor een moment leek de wereld alleen om hen te draaien.
's Avonds, bij het diner, schoven Fiona's ouders met enige aarzeling aan bij de grote eettafel in het paleis. Om hen op hun gemak te stellen, had Lucas de kok gevraagd een eenvoudig, traditioneel gerecht klaar te maken dat hen aan thuis zou doen denken.
Jake glimlachte lichtjes toen de borden werden neergezet. "Nou, dat is iets anders dan ik had verwacht," zei hij, terwijl hij de dampende schaal bekeek.
"Ik herinnerde me dat je zei dat je geen extravagante toestanden wilde," zei Lucas met een vriendelijke glimlach. "Dus dacht ik: waarom niet iets wat vertrouwd aanvoelt?"
De kok, die aan de zijkant stond, keek nog steeds enigszins ongemakkelijk naar de eenvoudige maaltijd. Maar Jake knikte goedkeurend. "Nou, dit voelt inderdaad als thuis," zei hij.
Fiona's moeder glimlachte en keek naar Lucas. "Dank u wel," zei ze zacht. "Dit betekent veel voor ons."
Lucas hief zijn glas en glimlachte warm. "Op familie," zei hij eenvoudig, en iedereen aan tafel volgde zijn voorbeeld.
"Nu we het over familie hebben," begon Jake, terwijl hij zijn vork even neerlegde. "Jullie moeten weten dat wij een kleine familie zijn. Fiona is onze enige dochter, en zowel mijn vrouw als ik waren enig kind. Ik heb ergens nog een tante in het noorden van het land, maar we zien haar nooit."
Lucas glimlachte opgewekt. "Des te beter," zei hij luchtig. "Hoe minder familie jullie hebben, hoe minder de pers hun neus in jullie zaken kan steken."
Lena keek haar man even aan voordat ze zich naar Lucas wendde. "De koning heeft gelijk," zei ze, haar stem bijna te enthousiast. "Ik vind hem zo’n voorname, intelligente man." Haar woorden werden begeleid door een brede, vettige glimlach naar Lucas.
Henriëtta, die dit tafereel met amusement observeerde, kon een giechel niet onderdrukken, terwijl Lucas met een beleefde glimlach knikte. "Bedankt, Lena. Maar ik denk dat het hier vanavond om jullie gaat," zei hij, zijn toon vriendelijk maar duidelijk.
"Welnee, helemaal niet," zei Lena met een brede glimlach. "Wij moeten jullie toch ook wat beter leren kennen."
Lucas trok zijn wenkbrauwen op, zijn ogen twinkelend van amusement. "Vertel eens," zei hij met een speelse toon. "Wat weten jullie nog niet over ons?"
Jake grinnikte. "Nou, we weten natuurlijk wat er in de boeken staat, maar dat kan nooit het hele verhaal zijn," zei hij. "Dus, verras ons."
Lucas leunde ontspannen achterover, klaar om het gesprek een luchtige draai te geven. "Dat klinkt als een uitdaging," zei hij met een glimlach. "Wat willen jullie weten?"
Lena dacht even na, haar ogen lichtjes twinkelend. "Wel," zei ze, "we weten natuurlijk wel hoe jullie elkaar ontmoet hebben en zo. De koningin liep rond de muur, op zoek naar een doorgang, en jij hebt haar betrapt. Nietwaar?"
Lucas glimlachte breed en knikte. "Dat klopt," zei hij. "Het was een nogal ongewone ontmoeting, maar eentje die ik nooit zal vergeten. En eerlijk gezegd... ik denk dat ik op dat moment al wist dat ze speciaal was."
Henriëtta glimlachte zacht en legde haar hand op zijn arm. "En jij was precies wie ik nodig had op dat moment," voegde ze eraan toe, haar ogen liefdevol. "Het lot heeft ons op de juiste plek en tijd samengebracht."
Lena keek hen aan met een mengeling van bewondering en plezier. "Nou, dat klinkt bijna als een sprookje," zei ze met een knipoog. "Geen wonder dat jullie zo’n inspiratiebron zijn."
"Het voelt ook als een sprookje," zei Lucas met een warme glimlach, terwijl hij naar Henriëtta keek.
Jake draaide zich naar Andreii en vervolgens naar Henriëtta, zijn stem oprecht en doordacht. "Jouw zoon zei ons deze middag iets heel moois over jou," begon hij. "Hij zei dat een man geen man is zonder een sterke vrouw aan zijn zijde."
Henriëtta keek even verbaasd naar Andreii, haar ogen gevuld met een mengeling van trots en ontroering. Ze glimlachte zachtjes. "Dat is een groot compliment, vooral als het van mijn zoon komt," zei ze, haar stem warm en liefdevol.
Andreii glimlachte verlegen, terwijl Fiona trots naar hem keek. "Ik meen het ook," zei hij zacht, terwijl hij zijn moeder even aankeek. "Je bent altijd een voorbeeld voor me geweest."
De tafel viel even stil, een moment van ontzag voor de oprechte woorden die net waren uitgesproken.
"En hij had groot gelijk," zei Lucas met een diepe overtuiging in zijn stem. "Van het moment dat ik koning was, kon ik maar aan één ding denken, en dat was Engeland voorbereiden op de komst van mijn geliefde. Was zij er niet geweest, dan zou het nooit in me opgekomen zijn om voor de Bakoeni betere levensomstandigheden te creëren. Dan zou ik een arrogante, nietsontziende koning zijn geworden, net als mijn vader. Maar dat weten jullie natuurlijk wel uit de boeken."
Lena knikte en glimlachte lichtjes. "Ja, dat weten we," zei ze. Ze keek naar Henriëtta, haar blik gevuld met respect en bewondering. "Maar het uit je mond horen komen is nog iets helemaal anders."
Henriëtta glimlachte bescheiden en legde een hand op Lucas’ arm. "Hij geeft me misschien meer krediet dan ik verdien," zei ze zacht. "Maar het betekent veel om te horen dat mijn aanwezigheid zo’n verschil heeft gemaakt."
"Het is duidelijk dat jullie een heel sterk koppel zijn," zei Jake, terwijl hij naar Lucas en Henriëtta keek. "En ik zie dezelfde vastberadenheid om dit te bereiken bij jullie zoon."
Henriëtta glimlachte trots, haar blik op Andreii gericht. "Dat is een prachtig compliment," zei ze. "En het betekent veel om te horen dat zijn vastberadenheid wordt opgemerkt."
Andreii keek verlegen weg, maar er speelde een kleine glimlach rond zijn lippen, duidelijk geraakt door de woorden van Jake. Fiona kneep zachtjes in zijn hand, haar ogen stralend van trots.
Jake keek Fiona ernstig aan. "Je draagt een grote verantwoordelijkheid, Fiona," zei hij.
Het was Henriëtta die antwoordde, haar stem zacht maar vastberaden. "We zijn allemaal jong geweest en zijn allemaal door het leven gevormd naar volwassenheid. Andreii en Fiona zijn inderdaad nog jong, maar ze hebben het voordeel dat ze van een jonge leeftijd kunnen groeien met elkaar. Ik geloof dat dat een sterke basis kan zijn voor hun latere relatie."
Ze richtte haar blik op Fiona en schonk haar een warme glimlach, vol genegenheid en vertrouwen. "Ik zou me denk ik erg vergissen als jullie dochter niet uitgroeit tot een waardige toekomstige echtgenote en koningin. "Ik beloof je dat ik mijn best zal doen. Echt waar," zei Fiona met overtuiging, haar blik op Henriëtta gericht.
Lucas glimlachte en haalde zijn schouders nonchalant op. "Wees gewoon jezelf, meisje," zei hij geruststellend. "Je doet het schitterend."
Fiona glimlachte terug, haar zelfvertrouwen een stukje groter door zijn woorden.
“Fiona is de ideale partner voor onze Andreii. Ze haalt het beste in hem naar boven. Geloof me. Wij zijn zijn ouders en kennen hem door en door." zei Henriëtta.
Fiona voelde een golf van warmte door zich heen stromen. De woorden van Henriëtta gaven haar niet alleen vertrouwen, maar ook een gevoel van acceptatie dat haar diep raakte.
Fiona voelde haar hart een beetje lichter worden. Ze had altijd heel erg naar Henriëtta opgekeken, en de lof die ze nu kreeg, werkte als een pleister op haar onzekere hart. Ze wist instinctief dat de woorden van Henriëtta oprecht waren, uitgesproken vanuit het diepste van haar ziel. Dat maakte hen niet alleen waardevol, maar ook bijzonder troostend.
"Dank je wel, Henriëtta," zei Fiona zacht, haar stem licht trillerig door de krop in haar keel. "Die woorden doen me enorm veel deugd, en niet op zijn minst omdat ze van jou komen."
Henriëtta glimlachte warm en kneep bemoedigend in Fiona’s hand. "Je verdient elk woord, Fiona," zei ze. "En ik weet zeker dat je zult blijven groeien in wie je bent."
Jake zuchtte en zei: "Wel dan." Ondanks zijn nuchtere aard hadden de lovende woorden van de koning en de koningin hem diep geraakt. "Dan moeten we bespreken wat we wel of niet op die persconferentie mogen zeggen," vervolgde hij, terwijl hij rond de tafel keek.
"Wees gewoon eerlijk," zei Aurelia kalm, haar stem doordrenkt met vertrouwen. Henriëtta knikte instemmend, haar blik geruststellend.
Jake keek haar echter met enige aarzeling aan. "De koning en de koningin doen misschien hun uiterste best om van de Engelsen een eerlijk volk te maken," zei hij, zijn toon voorzichtig maar stellig. "Maar... Dit is Engeland. Vincorra is helemaal anders."
Henriëtta glimlachte zacht, terwijl Lucas zijn hoofd licht kantelde, benieuwd naar de gedachten van Jake. Het contrast tussen de culturen was duidelijk een onderwerp dat hen allemaal raakte.
Harvie grinnikte, duidelijk geamuseerd door de reactie van Lucas. Hoewel hij het grootste deel van zijn tijd in Vincorra doorbracht, was hij in hart en nieren nog steeds een Engelsman. Hij leunde iets naar voren, klaar om in te springen in het gesprek.
“Ik heb je toch altijd gezegd, Lucas,” begon Harvie met een speelse glimlach, “dat Engelsen van hun kleine en grote geheimpjes houden. Het is prima om te proberen die Rimianko-test in Engeland in te voeren, maar om eerlijk te zijn…”
Hij stopte even, alsof hij zijn woorden zorgvuldig afwoog voordat hij verderging. “... Ik denk nog steeds niet dat Engeland hier klaar voor is. Je ziet het toch aan de cijfers. We zijn jaren verder, en het idee raakt hier maar niet ingeburgerd.”
Lucas zuchtte en leunde achterover in zijn stoel. “Misschien heb je gelijk, Harvie,” gaf hij toe. “Maar het betekent niet dat we moeten opgeven. Elke verandering kost tijd. Als ik het opgegeven had bij de Bakoeni, zouden we nu niet zijn waar we zijn.”
Harvie knikte instemmend. “Daar heb je een punt,” zei hij met een glimlach. “Maar misschien hebben de Engelsen gewoon een andere aanpak nodig. Je weet hoe koppig ze kunnen zijn.”
"Harvie heeft gelijk," zei Jake, terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg. "Om eerlijk te zijn, zou ik het zelf nooit doen. Het idee dat iedereen zou weten wat mijn diepste verlangens zijn... Laat me er niet aan denken."
Lucas haalde zijn schouders op en glimlachte licht. "Ikzelf heb mijn vooroordelen daarover ook moeten overwinnen," zei hij rustig. Zijn blik gleed naar Henriëtta, en hij keek haar aan met een liefdevolle blik. "En zie waar het me gebracht heeft."
Henriëtta glimlachte zacht terug, haar ogen gevuld met genegenheid. Het moment tussen hen sprak boekdelen, een stille getuigenis van de kracht van hun band. Jake keek weg, alsof hij het te intiem vond, maar Lena glimlachte openlijk, duidelijk geraakt door de liefde die tussen Lucas en Henriëtta zichtbaar was.
"Je boft maar met zo'n man," zei Lena tegen Henriëtta, haar toon warm en oprecht. "En ik denk dat je zoon net zo wordt."
Henriëtta glimlachte en wierp een liefdevolle blik op Andreii, die aan de andere kant van de tafel zat. "Andreii lijkt misschien fysiek op zijn vader," begon ze, haar stem zacht maar doordrenkt met trots," maar qua karakter heeft hij veel van mij."
Andreii keek op bij haar woorden en glimlachte verlegen, zijn blik kort naar Fiona glijdend. Henriëtta’s woorden brachten een warme, rustige sfeer in de kamer, alsof de kracht van hun familieband tastbaar werd voor iedereen die aanwezig was.
Elicia, die al een tijdje stilletjes zat en zich duidelijk stoorde aan het feit dat ze niet in het gesprek betrokken werd, leunde iets naar voren en keek de tafel rond. "En op wie lijk ik?" vroeg ze op uitdagende toon, haar ogen glinsterend van nieuwsgierigheid en een vleugje ondeugendheid.
De aandacht aan tafel verschoof naar haar, en een paar mensen glimlachten geamuseerd. Henriëtta keek haar dochter aan met een speelse blik. "Dat is een interessante vraag," zei ze, haar stem lichtjes plagerig. "Ik denk dat jij een perfecte mix bent van je vader en mij, met een flinke dosis Elicia-charme erbovenop."
Elicia trok een wenkbrauw op, alsof ze met dat antwoord genoegen zou nemen, en glimlachte toen. "Nou, dat klinkt niet slecht," zei ze luchtig. "Al dacht ik altijd dat ik het beste van mezelf had." De tafel barstte in lachen uit, de spanning van het eerdere serieuze gesprek volledig doorbroken.
"Maar laat het ons toch eens over jullie hebben," zei Lucas, terwijl hij zijn glas neerzette. "Is er iets wat we over jullie moeten weten, alvorens de pers ermee op de proppen komt?"
Jake haalde zijn schouders op, zijn gezicht onbewogen. "Nee," zei hij simpelweg. "Bij ons zitten er geen lijken in de kast. Wij zijn nuchtere, hardwerkende Bakoeni die geen tijd of geld hebben voor excessen."
Lena knikte instemmend. "Hij heeft gelijk," voegde ze eraan toe. "Als ze al iets over ons willen schrijven, zullen ze het moeten verzinnen."
Lucas glimlachte, zichtbaar gerustgesteld door hun antwoorden. "Dat is goed om te horen," zei hij. "Hoe minder munitie de pers heeft, hoe beter."