“Mama, papa!” riep Rosalina enthousiast terwijl ze de kamer binnenstormde. “Ik heb net met Andreii gebeld!”
Maria richtte zich op van haar stoel. “Echt waar? Hoe gaat het met hem?”
“Best goed, denk ik,” antwoordde Rosalina. “Hij is net begonnen op zijn nieuwe school. Zijn symbool is een leeuw.”
“Dat klinkt veelbelovend,” zei Javier met een goedkeurend knikje.
“Ja, maar hij heeft het moeilijk om nieuwe vrienden te maken,” ging Rosalina verder. “Je weet hoe verlegen hij kan zijn.”
Javier fronste. “Die verlegenheid zal hij moeten overwinnen, zeker nu hij in Gandurhora zit.”
“Hij heeft trouwens het gevoel dat er een tiende boek bestaat. Een boek dat over hém gaat,” voegde Rosalina eraan toe.
Javier hief een wenkbrauw. “Oh? En waarom denkt hij dat?”
“Hij heeft een oud dagboek gevonden, van zijn grootvader. Het lijkt rechtstreeks aan hem gericht te zijn.”
Maria’s ogen werden groot. “Een dagboek dat speciaal voor hem is geschreven? Dat is bijzonder.”
“Dat vond ik ook,” zei Rosalina, haar stem vol overtuiging. “Maar er is meer. Hij heeft mijn hulp nodig om dat tiende boek te vinden.”
“En hoe wil je dat aanpakken?” vroeg Javier met een sceptische ondertoon.
Rosalina ademde diep in. “Er is maar één manier: ik moet zelf naar Gandurhora gaan.”
“Geen sprake van,” zei Javier onmiddellijk, zijn stem vastberaden en onwrikbaar. “Daar komt niets van in.”
“Papa, alsjeblieft!” smeekte Rosalina, haar ogen groot en wanhopig. “Laat me gaan.”
“Ik heb ‘nee’ gezegd, Rosalina, en daar blijft het bij,” antwoordde Javier streng. “De gedachte alleen al—mijn dochter die Vincorra verlaat om in Engeland te gaan studeren? Je bent pas veertien. Veel te jong voor zo’n stap. Als je achttien bent, mag je zelf beslissen wat je doet, maar tot die tijd luister je naar ons.”
Rosalina’s gezicht betrok, en met een koppige blik richtte ze haar woede op haar moeder. “Mama?”
Maar Maria schudde langzaam haar hoofd. “Je vader heeft gelijk, Rosalina. Je bent nog niet klaar om alleen naar het buitenland te gaan.”
“Maar ik zou toch niet alleen zijn, papa,” zei Rosalina, met een mengeling van vastberadenheid en smeekbede in haar stem. “Andreii is daar, en professor Penates kan ook een oogje in het zeil houden. Je hebt hem zelf ontmoet. Je zei dat hij een voorname man was en dat hij een uitstekend schoolhoofd zou zijn.”
Javier zuchtte diep en wreef over zijn slapen. “Ja, dat heb ik gezegd. Maar dat betekent nog niet dat ik mijn enige dochter zomaar naar die school laat gaan. Het blijft een nee, Rosalina. En ik wil het er niet meer over hebben. Ga naar je kamer en koel af.”
Rosalina keek hem aan met een blik die kon snijden. Zonder een woord te zeggen draaide ze zich om, stampte de kamer uit en beende naar haar slaapkamer. Eenmaal daar liet ze zich op haar bed vallen en sloeg woedend op haar kussen. Haar hart bonkte van frustratie. Hoe kon haar vader zo koppig zijn? Maar Rosalina was vastbesloten. Als ze ergens goed in was, dan was het in volhouden.
Ze zou een manier vinden. Als praten niet werkte, dan moest ze haar aanpak veranderen. Misschien kon ze een hongerstaking overwegen—ze zou gewoon weigeren te eten tot haar ouders toegaven. Maar ze wist dat ze ook een subtielere route moest proberen. Een bondgenoot. Iemand die haar ouders kon overtuigen.
Haar gedachten gingen naar professor Ahmedes, het vroegere schoolhoofd van Gandurhora. Hij woonde samen met koningin Rachel, Andreii’s grootmoeder, op nog geen tweehonderd meter van hun huis. Ze waren praktisch buren. Haar vader had altijd enorm veel respect gehad voor beide figuren. Als zij haar kant zouden kiezen, dan zou haar vader wel moeten luisteren.
“Dat is het,” fluisterde ze. “Ik ga morgen naar hem toe.”
Ze zou hem alles vertellen: over Andreii, het gevonden dagboek, en het vermoeden van het tiende boek. Professor Ahmedes zou zeker begrijpen hoe belangrijk dit was. En misschien, als hij haar missie ondersteunde, zou hij zelfs aanbieden haar persoonlijk naar Gandurhora te begeleiden.
Rosalina voelde hoe haar boosheid plaats maakte voor vastberadenheid. Dit ging niet alleen over haar eigen wensen. Andreii had haar nodig, en ze zou hem niet in de steek laten. Met een plan in gedachten sloot ze haar ogen. Morgen zou een nieuwe strijd brengen, en ze was vastbesloten om te winnen.
Rosalina stuurde een bericht naar Andreii: “Ik ben boos. Mijn vader wil me niet naar Gandurhora laten komen, maar hij kent me nog niet. Ik zal er alles aan doen om hem te overtuigen. Ik wil met professor Ahmedes en je grootmoeder praten. Mag ik hen over het dagboek vertellen?”
Andreii’s horloge piepte. Andreii las de woorden en glimlachte wrang. Rosalina’s vasthoudendheid verraste hem niet; ze was altijd al een doorzetter geweest. Maar haar plan bracht complicaties met zich mee. Als zij met professor Ahmedes en zijn grootmoeder zou praten, zouden zijn ouders onvermijdelijk op de hoogte raken. Hij wilde hen zelf de waarheid vertellen, vóór iemand anders dat deed. Zijn moeder zou zeker emotioneel reageren, maar dat risico moest hij nemen.
Hij ademde diep in, bracht zijn horloge naar zijn mond en zei: “Bel mama.”
Een moment later verscheen het hologram van Henriëtta. Haar warme glimlach stelde hem meteen gerust. “Andreii, schat. Hoe gaat het met je?”
“Het gaat prima met me, mama. Heeft professor Penates jullie gebeld?”
Henriëtta knikte. “Ja, hij houdt ons op de hoogte, zoals beloofd. Je weet dat we ons zorgen maken om je.”
Andreii glimlachte zwak. “Ik weet het, mama. Maar ik moet je iets belangrijks vertellen.”
Henriëtta’s glimlach verdween en maakte plaats voor een serieuze blik. “Wat is er aan de hand? Is alles goed met je?”
“Ja, alles is goed, maar... ik heb iets gevonden. Iets van groot belang.”
Henriëtta fronste. “Wacht even, ik haal je vader erbij.” Ze schakelde de oproep niet uit, terwijl ze snel door de gangen liep naar Lucas’ kantoor. De koning zat gebogen over een stapel dossiers, maar keek op toen zijn vrouw binnenkwam.
“Schat, Andreii is aan de lijn. Hij zegt dat hij iets belangrijks heeft gevonden.”
Lucas richtte zich op en zijn blik werd onmiddellijk ernstig. “Dag jongen,” begroette hij Andreii. “Vertel eens, wat is er aan de hand?”
Andreii pakte het dagboek van zijn nachttafeltje en hield het omhoog, zodat zijn ouders het goed konden zien. “Ik vond dit. Het dagboek van grootvader, Ektor Oskuld.”
Henriëtta en Lucas keken verbaasd en nieuwsgierig. “Wat staat erin?” vroeg Henriëtta met een lichte trilling in haar stem.
Andreii opende het dagboek en begon de eerste alinea’s voor te lezen. De woorden van Ektor Oskuld vulden de kamer met een haast tastbare emotie. Toen hij opkeek, zag hij dat Henriëtta haar hand tegen haar mond had gedrukt, haar ogen gevuld met tranen. Lucas had zijn arm stevig om haar heen geslagen, zijn eigen blik donker en geconcentreerd.
“Waar heb je dit gevonden, jongen?” vroeg Lucas, zijn stem zachter dan gewoonlijk.
“In het huisje waar grootvader vroeger woonde, diep in het bos van Gandurhora,” antwoordde Andreii. “Ik ging erheen na een droom. Hij... hij verscheen aan me in die droom en liet me precies zien waar ik moest zoeken.”
Henriëtta liet een stille snik ontsnappen, terwijl Lucas haar teder een kus op haar haar gaf. “Je grootvader,” zei Lucas zacht.”
Andreii slikte. “Ik heb dit aan Rosalina verteld. Zij en ik vermoeden dat er nog een tiende boek bestaat, net zoals die boeken die over jullie leven gingen. Een boek over mij.”
Henriëtta en Lucas wisselden een veelbetekenende blik. “Dat is goed mogelijk,” zei Lucas tenslotte.
“Precies,” zei Henriëtta, terwijl ze een traan wegveegde. “Je grootvader wilde dat jij dit zou vinden, Andreii.”
“En nu?” vroeg Andreii, zijn stem een mengeling van opwinding en angst. “Wat moeten we doen?”
Lucas rechtte zijn rug. “We moeten dit onderzoeken. Als er een tiende boek is, moeten we het vinden.”
“Dat vind ik ook, papa. En Rosalina wil me daarbij helpen,” zei Andreii vastberaden.
Lucas keek zijn zoon met een lichte frons. “Rosalina? Maar ze woont in Vincorra. Hoe zou zij kunnen helpen?”
Andreii rechtte zijn rug. “Ze wil naar Gandurhora komen, maar haar ouders vinden het nog te vroeg. Misschien zouden jullie met hen kunnen praten? Jullie kennen Javier en Maria goed.”
Henriëtta en Lucas wisselden een veelbetekenende blik. “Ik begrijp waarom ze terughoudend zijn,” zei Henriëtta bedachtzaam. “Rosalina is pas veertien, en Vincorra ligt niet bepaald om de hoek.”
“Dat weet ik, mama,” zei Andreii haastig. “Maar ik heb haar echt nodig. Niet alleen om me te helpen met het boek, maar ook omdat... omdat ze mijn beste vriendin is. Hier op school heb ik nog niemand. Zij kan me helpen me minder alleen te voelen.”
Henriëtta legde haar hand op haar hart. “Ach, jongen...”
Lucas keek zijn zoon scherp aan, maar zijn blik verzachtte al snel. “We begrijpen het, Andreii. Maar dit is niet zomaar een beslissing. We moeten zorgvuldig te werk gaan. We zullen erover nadenken en overleggen met Javier en Maria. Goed?”
Andreii knikte, lichtelijk teleurgesteld, maar ook opgelucht dat ze het zouden overwegen. “Dank je, papa. Dank je, mama.”
Lucas glimlachte. “Ga nu maar slapen, jongen. Je hebt vandaag genoeg meegemaakt. Morgen is er weer een dag vol uitdagingen.”
Andreii knikte, voelde de spanning van de dag in golven van vermoeidheid over zich heen spoelen. “Welterusten, papa. Welterusten, mama.”
“Welterusten jongen.” zeiden zijn ouders in koor.
Nadat Andreii de oproep beëindigd had, ging hij op zijn bed liggen. Hij dacht na over hoe alles zich zou ontwikkelen. Rosalina was vastbesloten, net als hij. Samen zouden ze een manier vinden om deze puzzel op te lossen.
Henriëtta keek Lucas aan, haar ogen vochtig. “Wat is dat bijzonder,” zei ze met een krop in haar keel.
Lucas knikte en schonk haar een geruststellende glimlach. “Dat is het zeker. Nu ik erover nadenk, werd in de proloog van het tweede boek nooit vermeld hoeveel boeken je vader precies in het bos had gevonden.”
Henriëtta’s ogen lichtten op. “Je hebt gelijk, schat. Dat detail bleef altijd vaag.”
“Dan moet er een tiende boek zijn,” vervolgde Lucas, nadenkend. “Misschien zelfs meer. Het kan bijna niet anders.”
Henriëtta knikte langzaam, alsof ze de waarheid van zijn woorden proefde. “Wat doen we met Rosalina, Javier en Maria? Zou je hen bellen om Javier te overtuigen Rosalina hierheen te laten komen? Dat lijkt me belangrijk,” zei Lucas.
Henriëtta knikte weer. “Ik zal hem bellen. Maar nu is het te laat. Morgen pakken we het aan. Als Rosalina hier komt, heeft Andreii tenminste iemand aan zijn zijde. En zij zal zeker vrienden maken, dat weet ik. Ze is zo sociaal.”
Lucas glimlachte zacht. “Dat zou goed zijn voor onze jongen. Maar hij zal ook zelf moeten leren zijn verlegenheid te overwinnen.”
“Klopt,” zei Henriëtta. “Maar met Rosalina erbij zal dat veel makkelijker gaan. Zij kan als een bruggenbouwer fungeren. Ik maak me zorgen om Andreii. Gisteren, toen ik hem naar school bracht, zag ik Deborah. Ze broedt op iets. En haar dochters... die zullen Andreii niet sparen. Dat zag ik meteen aan de manier waarop ze hem aankeken.”
Lucas’ blik versteende even. “Je hebt gelijk, mijn liefste. We moeten Javier overtuigen. Rosalina moet hier zijn.”
“Hij zal wel toegeven,” zei Henriëtta zelfverzekerd. “Ik ken hem goed genoeg.”
Lucas knikte, maar in zijn ogen flitste een glimp van jaloezie. De gedachte dat Henriëtta en Javier ooit een stel waren geweest, prikte nog altijd een beetje. Maar dat lag ver achter hen. Henriëtta was nu van hem, en alleen van hem. Dat wist hij zeker.
“Het komt goed,” zei hij uiteindelijk terwijl hij zijn hand op die van haar legde.
Lucas boog zich naar Henriëtta en kuste haar teder. “Kom, lieve schat. Laten we naar bed gaan. Ik ben klaar met werken voor vandaag. Mijn hoofd staat er niet meer naar.”
Henriëtta keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan. “Maar je moest die dossiers toch afwerken? Je zei dat het dringend was.”
Lucas haalde nonchalant zijn schouders op. “Ik ben de koning. Ik bepaal mijn eigen agenda. En ik heb zojuist besloten dat mijn vrouw belangrijker is dan welke papieren dan ook.” Hij knipoogde speels, en Henriëtta kon een glimlach niet onderdrukken.
“Dan heb ik niets meer te zeggen,” zei ze met een warme blik.
Hand in hand trokken ze zich terug naar hun appartement. Eenmaal binnen bleef Lucas staan en liet zijn blik rusten op de foto van de schrijfster die aan de muur hing. Zijn gezicht verzachtte, en zijn ogen vulden zich met een mengeling van vreugde en melancholie.
“Welkom terug, Johanna,” fluisterde hij, zijn stem geladen met emotie.
Henriëtta kwam naast hem staan, haar hand zacht op zijn arm. Ze keek ook naar de foto en glimlachte. “Ze had het ons een beetje beloofd, nietwaar?”
Lucas sloeg zijn armen om haar heen en trok haar dicht tegen zich aan. “Ja, dat klopt, mijn liefste,” zei hij zacht. “En zoals altijd heeft ze haar woord gehouden.”